vrijdag 27 augustus 2010

Vancouver

Vancouver

Een beetje verwend zijn ze wel, de inwoners van Vancouver. Water, strand, bergen, eilanden, ze hebben het allemaal binnen handbereik. Het grootste stadspark, de schoonste lucht, consequent hoge scores in onderzoeken naar leefbaarheid, het kan niet op. Dat downtown Vancouver eigenlijk verder helemaal niet zo bijzonder is (geen in het oog springende architectuur of bijzondere historische gebouwen, geen mooie pleinen of gezellige terrasjes, gewoon een gemiddelde Noordamerikaanse stad) doet er niet toe. De rasechte Vancouverite haalt daar zijn schouders over op en gaat na het werk nog lekker even kajakken in English Bay, hardlopen langs de Seawall, of gewoon met een biertje op het strand van de zonsondergang genieten. Of hij neemt 's middags vrij en gaat nog even een paar uurtjes skiën of mountainbiken. Wie zeurt er nou over gebouwen als je dat allemaal naast de deur hebt.

Kortom, Vancouver is een stad voor niet-stadsmensen, mensen met een outdoorhart. Wonen midden in de overweldigende natuur, met alle gemakken van een grote stad. Eigenlijk een stad gemaakt voor mensen zoals ik! Ik wilde dan ook al heel lang een keertje in Vancouver rondkijken, dus na een kleine vier maanden hard werken (en afzien vanwege de tropische warmte) in Montreal, was het de hoogste tijd om er even twee weekjes tussenuit te piepen en richting westkust te vliegen.

Zo zat ik na een late aankomst de vorige avond, 's ochtends lekker op een bankje aan de waterkant met een Subwaybroodje van het uitzicht en de frisse zeebries te genieten. Wat een verademing na die klamme hitte in Montreal! Voor m'n neus komt het ene na het andere pruttelende watervliegtuigje voorbij, die vertrekken hier zo direct vanuit de baai richting één van de vele eilanden voor de kust. Het opstijgen en landen is iedere keer weer een spectaculair gezicht.

Ik heb de eerste dagen de binnenstad verkent, maar zoals gezegd, valt daar weinig te beleven. Gastown is het oude historische hart van Vancouver, met gezellige kroegjes en restaurantjes, maar meer dan één straat met een paar zijstraatjes is het niet. Chinatown is leuk om even doorheen te wandelen, en er is een prachtige Chinese tuin met een weldadige rust zo midden in die drukke stad. Voor de kunstliefhebbers is er de Vancouver Art Gallery (kaartje 22 dollar), en voor de sportliefhebbers een sportmuseum in BC Place, het ijshockeystadion. Daarmee heb je downtown Vancouver wel zo'n beetje gezien. Prima stad, maar verder niets bijzonders.

Stanley ParkDe echte aantrekkingskracht van Vancouver zit 'm echter in de prachtige omgeving. Om de hele stad ligt een loop- en fietsbare waterkant, de Seawall. Je hoeft de Seawall maar te volgen en je komt vanzelf langs de mooiste plekjes: parken, stranden, haventjes, en natuurlijk de mooie uitzichten. Stanley Park is de trots van Vancouver. Dit enorme park ligt op een soort schiereiland en biedt bos, strand, totempalen, een aquarium, gras om lekker in de zon te liggen en van het uitzicht op de stad te genieten, en natuurlijk de Seawall waar de locals hardlopend, fietsend of skeelerend tussen de toeristen door laveren. Het is onmogelijk om niet voor Stanley Park te vallen.

Zo heb ik een kleine week lekker door Vancouver gestruind, met de Seawall als uitgangspunt, steeds een stukje verkennen en weer wat nieuws ontdekken. De mooiste zonsondergangen zie je in English Bay, waar je vanuit downtown zo het strand op loopt. Of een stukje verder in Kitsilano, waar hippe yuppies en oude hippies 's avonds op het hondenuitlaatstrand een praatje met elkaar maken. Leukste plek voor een lunch is Granville Island, waar je op de markt biologische groente en fruit koopt, of versgevangen vis, en een broodje om aan de waterkant op te eten en naar de schattige piepkleine watertaxi's te kijken. Op cultureel gebied is een uitstapje naar de universiteitscampus een must, want daar vind je het Museum of Anthropology, met een prachtige collectie authentieke totempalen en andere voorwerpen van de oorspronkelijke bewoners van Noord-Amerika.

Hoogtepunt (letterlijk) van deze week was een vluchtje met een watervliegtuig. Geen betere manier om te prachtige ligging van de stad te zien. Ik mocht voorin naast de piloot plaatsnemen. Oordoppen in, opstijgen vanaf het water, en dan zo om Stanley Park heen, over de Lions Gate Bridge de baai uit, over de bergen ten noorden van de stad, terug nog een rondje over Downtown Vancouver, en dan weer landen in de baai. Geweldig! Vele malen beter dan het uitzicht vanuit de Vancouver Lookout, een uitzichtpunt bovenin een toren in de binnenstad. Na de landing, stak er zelfs nog even een zeehond zijn kopje boven het water uit, zo naast het vliegtuig. Fantastisch ervaring, zeker het geld waard!

Ik ben ook nog even bij de meest bezochte attractie van Vancouver gaan kijken: de Capilano Suspension Bridge. Dit is een touwbrug over een ravijn in North Vancouver. Ooit gemaakt door en voor houthakkers, maar sinds jaar en dag een populair toeristentripje. Zoals verwacht was dit een regelrechte toeristenfuik. Voor 33 dollar mag je over de wiebelende brug, zo de grootste souvenirwinkel van Vancouver inlopen. Er is wel een gratis shuttlebus vanuit de binnenstad, dat wel.

InukshukHet is echter veel leuker om zelf de Seabus naar North Vancouver te nemen. Deze veerpont brengt je voor een habbekrats naar de overkant. Ik heb in North Vancouver nog even een helmcamera aangeschaft, net op tijd voor het vervolg van mijn avontuur aan de westkust, in het mountainbikemekka Whistler (daarover binnekort keer meer!).

Mijn weekje in Vancouver heb ik op passende wijze afgesloten door nog een keer helemaal Stanley Park rond te lopen, ondeweg regelmatig pauzerend om even lekker in het gras te liggen, van het uitzicht te genieten, en mijn boek te lezen. 's Avonds heerlijk met een grote bak aziatisch afhaaleten op het strand van English Bay van de zonsondergang genoten. Een zeer bijzondere anti-stad dat Vancouver, en zeker een plek om nog eens terug te komen.