zondag 22 februari 2009

Death Valley

Road to Death Valley

Death Valley is bij de meeste mensen bekend als een van de droogste en heetste plekken op aarde. Temperaturen rond de 50 graden zijn hier 's zomers eerder regel dan uitzondering. In februari ligt de gemiddelde temperatuur echter rond de 20 graden. Vanuit fris en regenachtig Noord-Californië leek dit een heel aardig vooruitzicht, vandaar dat dit de bestemming voor onze 6-daagse minivakantie werd. Na de nodige kampeerspullen bij elkaar geleend en gekocht te hebben, zijn we vrijdagochtend vroeg vertrokken voor de rit van een kleine 900 km. Op de kaart zag het er redelijk simpel uit: de Interstate 5 helemaal afrijden naar beneden, en dan onder de Sierra Nevada langs de woestijn in. Dat 'onder de Sierra Nevada langs' bleek in de praktijk toch nog een bergpasje te zijn op 1150 meter hoogte, waar we prompt in een sneeuwstorm terecht kwamen. Eenmaal over de pas reden we echter zo de woestijn in, een en al zand, stenen en dorre struiken.

Het was nog een stukje rijden naar het Death Valley National Park, maar deze rit was al meteen een hoogtepunt. Bij een woestijn denk je aan dorre vlaktes maar het is hier nog flink bergachtig, en de bergtoppen waren allemaal met een wit laagje sneeuw bedenkt. Een heel bijzonder contrast met de roodachtige woestijnkleuren. Eenmaal in het park vonden we een plekje voor de tent op een klein kampeerplaatsje langs de weg, met een prachtig uitzicht op bergen en vallei. Snel wat te eten klaargemaakt voor het donker werd. We zaten op ongeveer 700 meter hoogte, dus het koelde 's avonds snel af. Na een warme chocomel in de saloon van de naburige pleisterplaats Stovepipe Wells zijn we daarom maar vroeg de slaapzak ingekropen.

Zabriskie Point

De volgende morgen werden we begroet door een strakblauwe hemel dus na een ontbijtje snel op pad gegaan. Eerste stop was Zabriskie Point, een uitzichtpunt over een prachtig geërodeerd landschap. We waren echt overweldigd door de geweldige natuur hier! We zijn de hiking trail op gegaan en hebben zo door deze zogenaamde 'badlands' gezworven. Uit de wind was het heerlijk warm in het zonnetje dus dat was genieten.

Badlands Steph at Zabriskie Point

Hierna zijn we doorgereden naar Dante's View, waar je vanaf 1669 meter hoogte een goed uitzicht hebt op de hele vallei. Je staat hier bijna recht boven Badwater, het laagste punt in de Verenigde Staten, 86 meter onder zeeniveau. Je kijkt dus 1700 meter naar beneden, en dat is toch wel indrukwekkend!

Dante's View

Na het uitzicht van boven zijn we terug naar beneden en de vallei zelf ingereden. Hier hebben we eerst twee canyons bezocht, Golden Canyon en Natural Bridge. Daarna de laagvlakte van dichtbij bekeken. Een beroemd stuk wordt de Devil's Golf Course genoemd. Zout is hier door regen en wind tot bizarre vormen geërodeerd. Heel bijzonder. Even verderop ook nog even in Badwater uitgestapt om met tientallen andere mensen even op het laagste punt in de VS te lopen. Met de lage middagzon en daardoor lange schaduwen op de ribbelige zoutpannen was dat toch ook weer heel bijzonder.

Devil's Golf Course Low Elevation Kiss

Zondag was het ook mooi weer, en zijn we 's ochtends naar de noordelijke uithoek van het park gereden voor de Ubehebe Crater, een diepe krater in een zwart vulkanisch landschap. We zijn om de krater en nog een klein minikratertje gelopen. Het was vrij guur in de wind maar ook hier weer een prachtig uitzicht, versterkt door de witte bergtoppen in de verte. Op de terugweg hebben we weer een canyon meegepakt. Deze heette Fall Canyon, en zou een waterval bevatten. Het was weer een mooie canyon met indrukwekkende rotsformaties en kloven, en na een kilometer of 7 was er inderdaad een watervalletje. Steph was al eerder afgehaakt, dus ik moest alleen terug. 14 kilometer totaal, dat is toch een flinke wandeling dus flink moe maar terugekeerd naar het kamp.

Ubehebe Crater

Op maandag werden we wakker door regendruppels op de tent. Een grijze lucht, en mist en wolken die het uitzicht belemmerden. Op het programma stonden de zandduinen, normaal als het helder is 's ochtends in het lage zonlicht heel mooi maar nu wat minder. We zijn toch maar gegaan, en maar goed ook want het was geweldig, de hoge duinen opklauteren, zand zover het oog reikt, echt een woestijn gevoel. Net voor de regen losbarstte zaten we weer in de auto, en hebben terug op de camping maar afgeacht tot het wat beter werd. Aan het eind van de middag werd het dat gelukkig ook en konden we nog een kijkje nemen in Mosaic Canyon. Leken alle canyons die we tot nu toe hadden gezien erg op elkaar, deze was compleet anders en een echte praktijkles geologie. In de wanden van de kloof waren verschillende lagen te zien, en iedere laag bevatte samengeperste losse stenen en zand, maar steeds in verschillende patronen. De naam Mosaic Canyon werd nu duidelijk. Echt heel bijzonder, en een leuke onverwachte toegift op deze sombere dag. 's Nachts werd het nog echt noodweer met regen en storm die de tent alle kanten op deed zwiepen. Gelukkig bleek alles bestand tegen dit geweld, van slapen kwam echter niet zoveel met al dat natuurgeweld om ons heen.

Mesquite Sand Dunes

De volgende ochtend was het weer aardig opgeklaard, en konden we tijdens het ontbijt de zon begroeten. Voor de laatste overnachting wilden we doorrijden naar Las Vegas, dus alles ingepakt en op weg. Ik wilde nog even een foto maken bij The Devil's Cornfield, een stukje woestijn met struiken dat erg aan een korenveld doet denken. Na de foto snel weer in de auto, maar die weigerde te starten! Lege accu! Daar sta je dan in de woestijn. Gelukkig kwamen er aardig wat auto's voorbij, en er was er al snel eentje die me een lift wilde geven naar het ranger station. Daar liep ik tegen een kerel aan die een accustarter in de auto had, en aanbood om ons weer op weg te helpen. Zo gezegd zo gedaan, en na een half uurtje rondrijden durfden we het aan om de motor stil te zetten om te kunnen tanken. De rit van een kleine 3 uur naar Vegas was vooral over lange rechte wegen door de woestijn, en langs de nodige militaire terreinen en gevangenissen (handig zo'n woestijn, je kunt er van alles in kwijt). Al snel kwam de skyline van de gokstad in zicht en zonder problemen reden we de beroemde “Strip” op, waar alle casino's te vinden zijn.

Wij checkten in in de Sahara, een al wat ouder hotel dat inmiddels naar de wat goedkopere prijsklasse is afgedaald. Voor een appel en een ei hadden we een kamer, en na wat gemiste slaap ingehaald te hebben wandelden we het hotel uit de Strip op, richting de beroemde hotels en casino's met hun belachelijke gebouwen, neonreclames en andere aandachttrekkers. Bij dachtlicht was er eigenlijk nog niet zoveel aan, al was het gaaf om de nepeiffeltoren, -piratenboten en -venetiaanse kanalen te zien. We zijn was beroemde hotels binnengelopen en van binnen zien ze er eigenlijk allemaal hetzelfde uit: donkere hallen vol gokautomaten en speeltafels, waar rokende en drinkende gelukszoekers hun slag proberen te slaan. Er zijn ook de meest bizarre winkels, zo hebben we onze ogen uitgekeken in de M&M-winkel. Vier verdiepingen vol M&M-prullaria, een bioscoop met M&M-films, personeelsleden die rondlopen in een M&M-pak, en het meest bizarre: honderden mensen die alles maar kopen, kopen, kopen! Wij hielden het bij een M&M-ijsje, en zijn na de filmvertoning weer naar buiten gelopen want inmiddels was het donker geworden en dan transformeert de Strip in een kakafonie van schreeuwerige neonreclames en verlichting. Dit moet je echt een keer gezien hebben! Binnen een paar kilometer kom je hier de eiffeltoren, het vrijheidsbeeld en de sfinx tegen, allemaal vol knipperende lampen en reclames. Moe maar voldaan kwamen we terug bij het hotel.

Welcome to Fabulous Las Vegas! Las Vegas Eiffel Tower

Woensdagochtend hebben we na het ontbijt nog een paar dollar in de gokautomaten gestopt om het Vegasgevoel compleet te maken. Bij vertrek richting huis hadden we opnieuw problemen met de accu, gelukkig was er vlakbij een garage die ons weer op weg kon helpen. Toen was het nog een lange rit terug, op de bergpas was gelukkig goed weer en daarna restte nog de schijbaar oneindige Interstate 5. Ook het laatste stukje de Bay Area door viel nog tegen maar uiteindelijk waren we half negen thuis en konden we terugkijken op een fantastiche minivakantie.

dinsdag 3 februari 2009

Lente in januari

Tennessee Point

Was het in december nog koud, nat en guur in Noord-Californië, in januari leek het wel lente met veelal zonnige dagen en temperaturen tussen de 15 en 20 graden. Het gebrek aan regen doet het ergste vrezen voor de droogte komende zomer, maar ondertussen is het natuurlijk wel gewoon heerlijk weer om er op uit te gaan. Uiteraard ben ik flink aan het mountainbiken geweest, er staan dit jaar enkele wedstrijden op het programma dus er moet getraind worden. En dat is bij dit soort temperaturen natuurlijk geen probleem! Zo heb ik onder het zonnetje al de nodige kilometers en hoogtemeters gemaakt.

Bezoek
Momenteel staat het mountainbiken echter voor een kleine vijf weken op een lager pitje, want een week na mijn verjaardag kwam het mooiste cadeau dat ik me maar kon wensen aan in Petaluma: mijn lieftallige Frans-Canadese wederhelft, bepakt en bezakt voor een verblijf van meer dan een maand. Zo is het meteen een stuk gezelliger in mijn appartementje. Doordeweeks zit mevrouw lekker in het zonnetje op het balkon te studeren, in het weekend gaan we er lekker op uit. De afgelopen twee weekenden nog lekker in de buurt, de komende twee staan er tripjes naar Big Sur en Death Valley op het programma. Ondertussen langzaam aan eens plannen maken voor de nabije toekomst, bellen en heen en weer vliegen tussen San Francisco en Montreal is immers niet ideaal dus zijn we de mogelijkheden op een rijtje aan het zetten. Wordt vervolgd!

Us San Francisco Bay

Marin Headlands
Ons eerste tripje was naar de Marin Headlands, de heuvels ten noorden van de Golden Gate Bridge, waar we een hele gave wandeling gemaakt hebben. Ruige kustpanorama's blijven toch altijd boeien, en het uitzicht op de baai van San Francisco, met de stad en de brug, is op de een of andere manier toch ook steeds weer opwindend. In vroeger tijden waren de Marin Headlands militair gebied, en uit die tijd stammen nog de ontelbare weggetjes en de nodige bunkers. Geen verkeerde plek om gestationeerd te zijn lijkt me. Na afloop zijn we nog even bij de vuurtoren op Point Bonita, bij de ingang van de baai, gaan kijken. Deze staat op een rotspunt in zee, en is bereikbaar via een gammel ophangbruggetje. Je mag er maar met maximaal twee mensen tegelijk overheen lopen, anders stort het hele zaakje in elkaar en val je te pletter op de rotsen. Wij bereikten veilig de overkant en genoten na het schieten van een paar prachtige foto's nog een tijdje van het zonnetje in een windluw hoekje.

Point Bonita Lighthouse Point Bonita

Sky Trail
Een week later hebben we een monstertocht gelopen in Point Reyes, het ruige schiereiland 45 minuten rijden van Petaluma. We hadden de Sky Trail uitgekozen, een tocht over een bergrug met naar verluid prachtige uitzichten over de rotsachtige kust. Vanaf de parkeerplaats ging de route direct omhoog, en de eerste twee uur waren we voornamelijk aan het klimmen door het bos. Het was heerlijk weer, het bos was indrukwekkend en stil. Maar we kwamen toch vooral voor de uitzichten die ons beloofd waren! Gelukkig werd ons geduld beloond. Toen we eenmaal over de bergrug het bos uitkwamen, ontvouwde zich een prachtig panorama. Het pad kronkelde naar beneden en na iedere bocht hadden we weer een nieuw uitzicht op de oceaan en de prachtige kust vol rotsen en kliffen. Beneden aangekomen namen we de Coastal Trail terug langs (uiteraard) de kustlijn. Het zonnetje scheen volop en er was nauwelijks wind, zodat we lekker op een open plek met uitzicht onze meegebrachte lunch konden opeten. Even later kwamen we een zijpaadje tegen naar “Sculptured Beach”, dat vonden we wel goed klinken dus zijn we naar beneden gelopen. Daar kwamen we op een schattig strandje terecht. Toen we om het hoekje van de klif keken begrepen we waar de naam vandaan kwam: overal prachtige rotsformaties, natuurlijk bruggen en indrukwekkende kliffen. Een leuke verrassing tijdens een toch al mooie tocht. Na de nodige foto's zijn we weer de oorspronkelijke route opgegaan. Nu moesten we nog terug naar de parkeerplaats. Dat viel nog tegen. Vanaf de Coastal Trail moesten we toch weer die bergrug over! Uitgeput kwamen we uiteindelijk na in totaal 6 uur lopen bij de auto aan. De GPS gaf 23 kilometer aan! Een zware dag maar meer dan de moeite waard!

Sky Trail panorama

Golden Gate Park
De volgende dag hebben we maar rustig aan gedaan, en zijn we naar het Golden Gate Park in San Francisco geweest. Dat is een gigantisch groot park dat de halve stad door de midden snijdt. We zijn er gewoon met de auto heen gereden en dat bleek prima te gaan, we konden gewoon vlak bij het park in een woonwijk parkeren (nog gratis ook) en zo het park inlopen. Na een kijkje bij het nieuwe gebouw van het Museum of Science (het park gaat gewoon door op het dak) zijn we in de botanische tuin een tijdje op een grote steen bij een vijver gaan zitten. Lekker van het zonnetje genieten en mensen kijken. In een stad als San Francisco lopen de meest vreemde figuren dus met mensen kijken kun je je wel een tijdje vermaken. Daarna nog een klein wandelingetje door het park gemaakt, maar dit is zo immens groot dat we misschien 10 of 15% gezien hebben. Het is zo groot dat je eigenlijk niet weet waar je heen moet. Wat ik erg jammer vond, maar wel erg Amerikaans, is dat er gewoon allemaal wegen door het park lopen, want ze vinden hier dat je overal met de auto moet kunnen komen. Op zondag schijnen die wegen echter voor auto's afgesloten te worden dus dan moet ik nog maar een keer terugkomen. Wij hadden het na de monsterwandeltocht van de dag ervoor wel gezien om een uurtje of vier en zijn rustig weer richting Petaluma teruggereden.

Coastal Trail Sculptured Beach

Sociaal leven
Ondertussen lijkt het er ook op dat ik hier naast werken en mountainbiken nog een soort van sociaal leven heb ;-) . Ik ben met de buurvrouw gaan lunchen, en we zijn samen naar Ikea geweest om spullen voor haar kantoor te kopen. Erg gezellig. Op mijn verjaardag ben ik door mijn collega's mee uit eten genomen. En met Steph ben ik naar een feestje bij de buren geweest, zodoende ook wat andere buren leren kennen. Na de fondue werd de avond afgesloten met een hilarisch potje poker waarbij ministroopwafels en andere koekjes als fiches werden ingezet. Ondertussen is ook Ruben, de stagiair uit Nederland, in Petaluma aangekomen en voor een weekje in het appartement ingetrokken, totdat hij een kamer gevonden heeft. Al met al een gezellige boel maar wel druk, dus toen het ultieme evenement, de Superbowl (vergelijk de finale WK voetbal), zich aandiende, heb ik vriendelijk bedankt. Ruben en Steph afgezet bij Jody voor het Superbowlfeest, en lekker in mijn eentje met de mountainbike in Annadel State Park gaan rijden, onder een laag maar warm winterzonnetje. Heerlijk!

Sculptured Beach panorama 1

Plannen
Zo vliegt de tijd voorbij, en zal voorbij blijven vliegen de komende weken en maanden. Komend weekend langs de kust naar het zuiden, en het weekend daarna naar Death Valley. Het is dan al weer een jaar geleden dat ik Steph in Zuid-Afrika tegenkwam! Daarna moet Steph helaas al weer snel terug naar Montreal. Eind maart zal ook ik weer op het vliegtuig stappen voor een weekje Amsterdam, waar ik een praatje houd op de ApacheCon. Daarna zal ik in ieder geval nog tot de zomer in Californië blijven. En daarna? Dat is de grote vraag. Ondertussen nog maar even flink genieten van mijn verblijf hier!