dinsdag 9 december 2008
Downieville
Wie had dat gedacht: het is begin december, en ik rijd hoog in de bergen van de Sierra Nevada! Downieville stond al sinds ik in Califonië ben hoog op mijn lijstje van te bezoeken mountainbikeplekken, maar het was er nog niet van gekomen. Normaal is dit voormalige mijnstadje in de noordelijke Sierras tegen november wel zo'n beetje ingesneeuwd, ik ging er dus al van uit dat het niets meer ging worden dit jaar. Begin vorige week begonnen er echter opgewonden berichten op internet te verschijnen. Na de eerste sneeuwstorm van het jaar was het steeds mooi weer geweest, en de sneeuw was weer gesmolten! De droge grond had de smeltende sneeuw als een spons opgezogen, met als resultaat betere trails dan ooit. Men had het over unieke omstandigheden, waar men nog jaren over zal spreken. Kortom, het was nu of nooit, en zo zoefde de Subaru vrijdagochtend 6 uur wederom de highway op, op weg naar Downieville!
Aangezien alle Amerikanen op vrijdag natuurlijk werken (part-timers zijn immers lapzwansen) stond ik er de eerste rit alleen voor. Via internet had ik een aardige rit op de route naar Downieville gevonden, en deze in mijn GPS gezet. Heen over een slingerend pad langs de rivier, terug over een bergrug. Na een goede drie en een half uur rijden parkeerde ik de auto bij de trailhead, en na een broodje kaas ging ik op weg. De route langs de rivier was behoorlijk technisch, vol stenen en steile klimmetjes. Ik moest vaak van de fiets om een stukje te lopen. De laag bladeren die de losse stenen aan het zicht onttrokken maakten het er niet makkelijker op. De klim naar de bergrug was steil, en overbevolkt met opdringerige insekten. Eenmaal boven in het zonnetje kon ik de beloning voor al dat gezwoeg opstrijken: van hier was het (bijna) alleen nog maar omlaag, en hoe! Een smalle singletrack door het bos, vol stenen en uitdagende haarspeldbochten. Na drie en een half uur stond ik uiteindelijk weer bij de auto, en kon ik op zoek naar mijn hotelletje.
Ik was toch wel behoorlijk gebroken na die heftige rit, dus na een praatje met de jongens van de bikeshop (die me prompt een biertje aanboden) en een pizza in de lokale snackbar, lekker in mijn hotelkamertje geïnstalleerd. In een mijnstadje in de bergen dat normaal rond deze tijd ingesneeuwd is, is natuurlijk niet zo veel te beleven. Ik had me dan ook goed voorbereid en het nodige vermaak meegenomen in de vorm van boeken, film en muziek. Dus met het kacheltje aan lekker op bed een filmpje gekeken op de laptop, en daarna maar vroeg gaan slapen.
Voor zaterdag had ik om half elf de bike shuttle besproken. Deze brengt je naar boven de berg op, waar de beroemde Downieville Downhill begint. Deze daalt van 2100 meter hoogte via grotendeels singeltrack af terug naar Downieville, zo'n 1200 meter lager. De route staat bekend als technisch en alleen voor 'gevorderden'. De andere bikers in de bus waren bijna allemaal volledig uitgerust met beschermende kleding, full face helmen en zware downhillfietsen, dus een klein beetje nerveus was ik wel. Twee kerels zagen er net als ik 'normaal' uit, dus hen maar eens aangesproken. Ze waren – ook net als ik – van plan eerst nog een stukje om te rijden en nog wat te klimmen alvorens via een alternatieve route aan de afdaling te beginnen. Na eerst een kort stukje afdaling, een echt smaakmakertje op 2100 meter hoogte met prachtig uitzicht op de omliggende bergen, kwam ik de heren weer tegen. “Just follow us!” riepen ze, en zo zijn we gedrieën via brede onverharde paden met het nodige klim- en daalwerk op een mooi uitzichtpunt uitgekomen. Na de verplichte foto op de rotspunt met fiets boven het hoofd, hier gepauzeerd en wat gegeten en gedronken. We kwamen er nog een kerel in volledige downhilluitrusting tegen die met zijn zware fiets omhoog was komen ploeteren. Onder de helm kwam het kalende hoofd van een oude man tevoorschijn! Minstens 65 schat ik, dat betekent dat ik nog een goede 40 jaar op de mountainbike te gaan heb, mooi! Hij ging voor ons uit naar beneden, zodat we hem, zoals hij zei, “konden redden als hij zou crashen.” We hebben hem niet meer gezien.
Goed, na nog een paar honderd meter klimmen ging dan eindelijk de afdaling beginnen. De singletrack ging meteen steil omlaag het bos in, de ene haarspeldbocht na de andere. Ik liet mijn gidsen maar voor gaan, en die vlogen meteen volle vaart er vandoor. Zelf maar een beetje voorzichtig omlaag gegaan. Qua moeilijkheid bleek het uiteindelijk allemaal wel mee te vallen. Het was wel technisch en steil, maar nergens te technisch of te steil, eigenlijk precies goed! Dat was dus genieten! Het slingerende pad bleef maar dalen en dalen, er kwam geen eind aan. Zo nu en dan wachtten de mannen op me. Mijn voorzichtigheid maakte langzaam plaats voor zelfvertrouwen en ik hoefde nergens van de fiets. De afdaling ging echt maar door en deed aan een alpenafdaling denken. Het laatste stukje terug naar het stadje was wat meer op en neer langs het riviertje. Vol adrenaline en met een dikke 1700 negatieve hoogtemeters op de teller kwamen we terug in Downieville. Wat een rit! Mijn fietsmaatjes moesten meteen weer terug naar hun woonplaats Reno in Nevada. Maar dat gaf niet want ik was totaal gebroken! Na de rit van gisteren deze heftige tocht, ik voelde echt iedere spier in mijn lijf. 's Avonds na een vegaburger in de saloon, naar goed voorbeeld van gisteren weer een filmpje gekeken en op tijd gaan slapen.
Zondagochtend wederom met de shuttle naar boven gegaan, om voor vertrek nog een keer de originele route van de Downieville Downhill te rijden. Deze gaat echt bijna alleen maar omlaag. Na nog eens extra genoten te hebben van de heerlijke trail vanaf de top, het deel van de route op gegaan dat we een dag eerder overgeslagen hadden. Het bleek de meest technische trail van het hele weekend, boordevol stenen. Na de ervaring van gisteren ging ik nu echter vol vertrouwen naar beneden. Ik kon me meer ontspannen en daardoor ook (nog) meer genieten. Het laatste deel, dat we gisteren ook al hadden gereden, ging als een trein. Na een groepje jongens met een lekke band van een reservebandje voorzien te hebben, kwam ik opgewekt weer terug in Downieville. Naar verluid één van de meest technische afdalingen in de wijde omgeving, en ik was zonder problemen naar beneden gekomen. Na een douche snel weer de auto in, en na nog eens drie en een half uur rijden, grotendeels op de cruise control, zat ik om een uur of half zeven thuis aan mijn ovenpizzaatje en een glas wijn in mijn eentje na te genieten. Weer een geweldig weekend!
dinsdag 11 november 2008
New Orleans
Obama!
Nog maar net aangekomen in New Orleans op dinsdagavond, ben ik met Arje, die er al een paar dagen was, vanuit het hotel het beroemde French Quarter ingelopen. Het was de dag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de grote vraag was of Obama het ging redden. De spanning was te voelen in het grotendeels 'zwarte' New Orleans. Na het verplichte wandelingetje door Bourbon Street, een interessante mix van subtiele Franse geveltjes met gietijzeren balkonnetjes en schreeuwerige Amerikaanse neonreclames, liepen we in een zijstraatje een groezelig pizzatentje in voor een snelle hap; ik had de hele middag in vliegtuigen gezeten en alleen ergens een slap broodje kunnen eten dus ik had nog wel erg honger zo laat op de avond. Net op het moment dat we binnenstapten kondigde CNN de overwinning van Obama aan. Dit werd met groot gejuich ontvangen door de aanwezige klanten. Een oudere "African American" straatartiest die naar binnen kwam om naar de tv te kijken, barstte in tranen uit. Voor de oudere mensen hier in het zuiden, waar je nog niet zo lang geleden vanwege je huidskleur niet met de bus meemocht, moet de verkiezing van een donkere president een emotionele gebeurtenis zijn. De man kon zijn geluk echt niet op en viel zo'n beetje iedere klant in de zaak in de armen. Later op de avond hebben we in de hotellobby op een groot scherm naar de verkiezingsspeech van Obama gekeken. Hoewel er ook wel republiekijnen aanwezig waren, leek de meerderheid toch erg blij met de nieuwe president. Er hing vooral opluchting in de lucht, 8 jaar Bush is de Amerikanen niet in de koude kleren gaan zitten. Heel bijzonder om dit historische moment van wat dichter bij dan normaal mee te maken!
ApacheCon
Ik was hier dus voor de ApacheCon, dus de volgende ochtend op tijd uit bed en gemeld in de conferentieruimte. Het vertrouwde beeld van een bonte verzameling van kerels in spijkerbroek en t-shirt, laptop en een verzameling digitale gadgets met zich meeslepend. De Apache Software Foundation is een organisatie die een uiteenlopende verzameling softwareproducten onder zijn hoede heeft, die allemaal gemeen hebben dat de broncode vrij verspreid mag worden. De software wordt door een levendige internetgemeenschap ontwikkeld. Het vooroordeel bestaat dat deze gemeenschap bestaat uit zolderkamerhobbyisten, in werkelijkheid zijn het gewoon professionals die door hun werkgever betaald worden om dit te doen. De bedrijven verdienen doorgaans geld met het aanbieden van diensten rondom de software (helpdesk, opleidingen, consultancy etc.). Toch zie je nog steeds de stereotiepe idealistische oude hacker met versleten t-shirt, bierbuik, baard en lang grijs haar rondlopen. Deze figuren staan doorgaans in hoog aanzien! Uiteindelijk is zo'n organisatie toch gewoon een club waarin mensen meer of minder belangrijk (kunnen/willen/proberen te) zijn. De ApacheCon is naast serieus ook een sociaal evenement, er wordt volop genetwerkt en 's avonds wordt het lokale nachtleven verkent. Hackers zijn meestal verwoede bierdrinkers! Spectaculair en ludiek was dit jaar een door een sponsor georganiseerde 'begrafenisoptocht' door de straten van New Orleans, geheel in lokale stijl voorgeleid door een vrolijke muziek spelende brass band. Het ging zogenaamd om de begrafenis van de commerciele software waarvan de broncode niet openbaar is (onofficieel gesymboliseerd door Microsoft). Geweldig om achter de band aan met zo'n zootje ongeregeld door de stad te lopen. Er was zelfs politiebegeleiding geregeld! Kortom een leuke conferentie met serieuze en minder serieuze kanten.
New Orleans beleven
Tussen de conferentieverplichtingen door heb ik zo goed en zo kwaad als het ging geprobeerd zo veel mogelijk van de directe omgeving te zien. Het hotel was gelukkig aan de rand van het French Quarter, een bijna Europese wijk met smalle straatjes en prachtige Franse geveltjes met gietijzeren balkonnetjes. De wijk staat bekend om het losbandige nachtleven, in tegenstelling tot de meeste Amerikaanse steden mag hier op straat gedronken worden, en ook de andere geneugten van het leven zijn hier volop voor handen. Nou kijken wij Nederlanders daar niet zo snel van op, maar voor de gemiddelde Amerikaan gaat dat echt heel ver en vooral jongeren laten zich dan ook helemaal gaan in de straten van het French Quarter. De combinatie van goedgehumeurde mensen, veel live muziek, het warme weer, en de unieke Frans-Amerikaanse sfeer maakt van New Orleans echt een unieke stad, gaaf om mee te maken.
Nou is New Orleans natuurlijk meer dan alleen het nachtleven in het French Quarter. Zo is er een aardige promenade langs de oever van de Missisippi, en is er nog het Garden District, een wat 'betere' wijk met prachtige houten huizen in koloniale stijl, zonder uitzondering in vrolijke kleuren geverfd. De tuinen van deze huizen staan vol met bloemen, bomen en planten, want dat wil wel groeien in zo'n subtropisch klimaat. We zijn hierdoor gereden met een taxi op weg naar de dierentuin, op de vrijdagmiddag die we onszelf vrij hadden gegeven. Nou ben ik niet zo' n dierentuinliefhebber, beesten opsluiten vind ik maar niets, maar de dierentuin ligt in een groot park vol weelderige vegetatie, en ze hebben de nodige lokale diersoorten zoals alligators en allerhande reptielen. De dieren hadden inderdaad weinig leefruimte en liepen zich duidelijk stierlijk te vervelen, maar toch was het leuk om witte tijgers, luipaardjongen, alligators en reptielen ter grootte van een kind van tien te zien. De taxichauffeur op de terugweg was een echte stereotiepe local, grote zwarte man op leeftijd met dat heerlijke zuidelijke accent en bulderende lach.
Na een heerlijke afsluitende maaltijd op vrijdagavond in een Afrikaans eethuisje, een vlot verlopen vlucht op zaterdag, en een relaxte zondag met Steph in Montreal, zit ik nu andermaal op een vliegveld, klaar voor de oversteek naar Europa. Drie en een halve maand ben ik niet in Nederland geweest, wat gaat de tijd toch snel! En de kleine twee weken die ik er zal zijn zullen veel te kort zijn! Maar ik kan ook niet wachten om weer naar California te gaan, aangenaam weer, lekker mountainbiken, weekendtrips maken, Amerika verder verkennen. En op naar een witte kerst in Montreal!
maandag 3 november 2008
Herfstpracht in Montreal
Wat een goed humeur al niet kan doen! Een overvolle nachtvlucht naar Newark, een vertraagde vlucht naar Montreal, een taxichauffeur die de weg niet weet; op een doorsnee dag had ik me misschien wel druk gemaakt over deze tegenvallers. Maar niet vandaag. Vandaag geniet ik van de waterige zonsopgang boven de skyline van New York. Als ik geen vertraging had gehad, had ik die helemaal niet gezien! Vandaag geniet ik van de herkenning vanuit het vliegtuig van de bekende plekjes in Montreal. Ik vertel de taxichauffeur welke afslag hij moet nemen. Onder het bescheiden herfstzonnetje ziet zelfs Laval er bijna mooi uit!
Weer samen
Jullie begrijpen het al, ik was op weg naar Steph, die ik twee maanden niet gezien had. Eindelijk weer samen, al was het maar een dag of tien. Het gekke is dat wanneer je dan eindelijk weer bij elkaar bent, je eigenlijk vooral 'gewone' dingen wil doen. Shoppen, een filmpje kijken op de bank, dingen die je normaal nooit samen doet als je ver van elkaar af woont. Nou was dat shoppen ook wel nodig want ik had een neipend gebrek aan warme kleren, California is nou eenmaal gemiddeld wat warmer dan Quebec! En passant ook nog een GPS voor op de fiets gevonden voor een koopje, in tegenstelling tot de Amerikaanse dollar is de Canadese dollar nog steeds goedkoop. Enfin we hebben dus lekker een beetje lopen kneuzen in en om het huis met z'n tweeen, dat is ook wel eens lekker na al die avonturen.
Lampionnen en Frans gekwebbel
We hebben natuurlijk niet alleen maar op de bank zitten kneuzen, er was ook nog een excursie gepland. We zijn 's avonds naar de botanische tuin in Montreal geweest, waar in de Chinese tuin “La Magie des Lanternes” plaatsvond: overal mooi verlichte lampionnen in de meest uiteenlopende vormen, van vissen en draken tot complete circusattracties op het water. Heel kleurrijk en sfeervol zo in die donkere tuin tussen de Chinese tempeltjes. Onderweg naar de tuin hadden we een hele sleep vriendinnen opgedaan, ik was dus weer lekker misplaatst tussen al dat Franse gekwebbel waar ik geen touw aan vast kon knopen. Maar goed, een sfeervolle avond met allemaal schattige Frans sprekende meisjes om me heen, mij hoor je niet klagen.
Thuiskantoor
In tegenstelling tot wat de meeste mensen dachten was ik niet op vakantie in Montreal, er moest gewoon gewerkt worden. Dus met laptop me aan het krakkemikkige keukentafeltje geinstalleerd en aan de slag. Door een discrepantie tussen de Europese en Noordamerikaanse wintertijd was er deze week maar vijf uur tijdsverschil met Nederland, wat het samenwerken een stuk makkelijker maakte. Tussendoor af en toe een wandelingetje in de vrieskou, al heb je het na een paar keer al snel gezien in de stedenbouwkundige verschrikking die Laval heet.
Minivakantie
Van mijn tweede weekend hebben we een klein minivakantietje weten te maken. Op vrijdag de wandeling naar het uitzichtpunt op Mont Royal, de 'huisberg' van Montreal. Koude vrieslucht, een waterig zonnetje, prachtige herfstkleuren, en natuurlijk het overweldigende uitzicht over de wolkenkrabbers van de stad. Via de gigantische begraafplaats aan de andere kant van de berg zijn we vervolgens naar het Oratoire Saint-Joseph gelopen, de grootste kerk van Canada. De basiliek lag er mooi bij tegen de helling. Het is een belangrijke bedevaartsplaats, er was dan ook een vrouw op haar knieen de trap naar de ingang aan het beklimmen. Binnen werden duizenden kaarsjes aangestoken, en kon men nog even langs de tombe van broeder Andre om een wonderbaarlijke genezing mee te pikken.
Op zaterdag hebben we onder opnieuw een koude maar heldere lucht een fietstochtje gemaakt naar de Rivière des Mille Îles, een rivier vol eilandjes die aan de noordkant langs Laval stroomt. Heen over de vele vrijliggende fietspaden die hier zijn, terug langs een drukke autoweg, dus voor de volgende keer moet de route nog wat geperfectioneerd worden.
Zondag zijn we na een langzame start naar Mont Saint-Hilaire gegaan, een brok berg midden in het vlakke land ten oosten van Montreal. Een populaire bestemming zo bleek want we kwamen in de file voor het parkeerterrein terecht. Eenmaal op de wandelpaden kozen we voor de langste route en lieten zo al snel de meeste bejaarden en kinderwagens achter ons. Steph had een ware energieboost en zo maakten we er een ware powerhike van. In nog niet eens de helft van de op de borden aangegeven tijd bereikte we de top, waar we mooi over het platte landschap konden uitkijken. Via de kortste route gauw weer terug naar de auto, want het begon al aardig koud te worden zo aan het eind van de dag. Koud maar vol energie sloten we zo ons vakantieweekendje af – net toen we de smaak te pakken begonnen te krijgen!
Zo is de week snel voorbij gegaan en zit mijn verblijf in Canada er al weer bijna op. Morgen de volgende etappe in mijn kwart-wereldreis: op naar het veel warmere New Orleans voor de ApacheCon. Mijn muts en handschoenen laat ik hier want ik kom nog even twee daagjes terug in Montreal. Dan naar Nederland! Ik kijk er naar uit iedereen weer te zien!
maandag 20 oktober 2008
Mountainbikeparadijs
Tegen de achtergrond van een ineenstortende economie en een naar een hoogtepunt oplopende verkiezingsstrijd, heb ik me nog maar eens volop op het mountainbiken gestort hier in California. Zolang ik hier in dit mountainbikeparadijs ben moet ik daar immers maximaal gebruik van maken, of de wereld nou in elkaar stort of niet.
Mountainbiken dicht bij huis
Ook na bijna een half jaar in de North Bay zijn er nog genoeg nieuwe plekjes te ontdekken. Zo heb ik de afgelopen tijd verschillende routes gereden die al lang op mijn verlanglijstje stonden. Een tochtje door de Marin Headlands bijvoorbeeld. De smalle wandelpaadjes zijn hier verboden gebied voor fietsers, dus het is beperkt tot bredere 'fireroads'. Dat wordt echter ruimschoots goedgemaakt door het uitzicht op de Golden Gate Bridge, San Francisco, de heuvels en de oceaan. Verder veel steile klimmen dus een goede training. Na afloop nog even over de Golden Gate Bridge naar de stad gefietst voor een toeristische afsluiting van de rit. Ook ben ik naar de top van Mount Tamalpais gefietst via de Old Railroad Grade. Hier reed in vervlogen dagen een treintje helemaal naar de top, tegenwoordig is dit een onverharde weg die door het relatief flauwe steigingspercentage goed te fietsen is. Weer een klassieker die ik kan afstrepen. Ook ben ik eindelijk een keer naar China Camp State Park geweest, een klein natuurgebiedje aan de baai waar je mooie paden hebt, met ook hier mooie uitzichten. Zo vond ik op een half uurtje rijden van huis zo maar weer een nieuw leuk trainingsrondje.
Wedstrijd Lake Sonoma
Na die ritjes in de omgeving was mijn conditie weer genoeg op pijl om aan een wedstrijdje mee te doen. Opnieuw bij Lake Sonoma, waar ik in juni al een overwinning in de 'beginner' categorie had behaald. Daarom nu maar mezelf gepromoveerd naar de 'sport' categorie. Vielen de twee rondjes in juni al zwaar, nu moest ik er drie, en na de droge Californische zomer was het ook nog eens erg stoffig. Gelukkig had ik een support crew bij me. Op de laatste dag van hun Amerikareis waren Rein en Leuni namelijk meegekomen om me aan te moedigen, foto's te maken en verse bidons aan te geven onderweg. Net als vorige keer flink afgezien op het zware parcours maar toch genoten, en de wedstrijd afgesloten ergens achterin het deelnemersveld (waar ik thuishoor zeg maar). Ook nu weer waren het vooral het mooie weer, de prachtige omgeving en de bijzonder relaxte sfeer die bijdroegen aan een geweldige dag. Op de terugweg hebben we ook nog even een klein kronkelweggetje door een prachtige vallei vol wijngaarden meegepakt.
Nogmaals Lake Sonoma
Twee weken later maakte ik opnieuw de rit naar Lake Sonoma, dit maal voor een veel grotere mountainbiketocht rond het stuwmeer. De organisator van voorgenoemde wedstrijd heeft grote plannen voor komend voorjaar en wil hier een lange afstandswedstrijd organiseren. Daarvoor ging hij met een klein clubje de route proefrijden. Daar had ik wel oren naar, dus aangemeld om mee te gaan. Dat heb ik geweten, de fanatiekelingen gaven vanaf het begin flink gas! Achteraan bungelend toch wel genoten van een erg gave route over grillige wandelpaden rond het mooie meer. Mijn medebikers moesten af en toe op mij wachten maar zeiden dat niet erg te vinden. Het laatste extra lusje van 10 mijl heb ik toch maar bedankt en ben via de weg en nog een stukje singletrack terug naar de auto gereden. Via e-mail heb ik inmiddels begrepen dat die laatste 10 mijl wel erg gaaf waren dus nu maar hard trainen om de volgende keer de hele route vol te kunnen houden. Zeker één van de mooiere tochten die ik hier in California gereden heb.
Lagrange Fall Classic
Al diverse keren had ik gehoord over wedstrijden in het uiterste noorden van California, die daar met de regelmaat van de klok door een enthousiast groepje locals georganiseerd worden. Deze zouden erg mooi zijn. Omdat het toch wel een eind rijden is was het er nog niet van gekomen dit zelf na te gaan. Zo aan het einde van het wedstrijdseizoen was er nog één kans, namelijk de Lagrange Fall Classic in Weaverville. Last minute besloten hieraan mee te doen, en dus op vrijdagochtend de spullen in de Subaru geladen en op weg gegaan. Vier en een half uur rijden, waarvan de eerste drie en een half noordwaarts over een kaarsrechte snelweg, een beetje saai dus maar met behulp van radio en cruise control wel te doen. Daarna linksaf de bergen in, en meteen word ik getrakteerd op prachtige uitzichten langs de kronkelige bergweg. Meren en eindeloze bossen, grote vrachtwagens met boomstammen, borden met namen als “Whiskeytown Lake” en “Poker Bar Road”. Op de radio klinkt cowboy- en truckersmuziek waarin met doorrookte stem de simpele geneugten van het leven bezongen worden (a cold beer on Friday night / a pair of jeans that fits just right). Weaverville blijkt een oud mijnstadje uit de dagen van de goudkoorts, waar nog wat oude westernachtige houten huisjes van over zijn. Na een bordje pasta in een vreetschuur die voor Italiaans restaurant moet doorgaan, en een koude nacht in de tent (3 graden!), zaterdagochtend op weg naar de start om in te schrijven. Het komt allemaal lekker amateuristisch en relaxed over. De route is één grote lus van 22 mijl (36 km). Na de start eerst wat zandpaden en fireroads om het veld uit elkaar te rijden. Dan volgt een lange glooiende singletrack door het bos. Echt technisch is het niet, maar bij een stuurfoutje rijd je toch zo maar het ravijn in, voorzichtig aan dus maar. De Amerikanen komen me één voor één voorbij. Dan een gigantische klim over een fireroad. Het is flink stoempen geblazen. De Amerikanen haal ik op de klim weer in. Bijna boven is er een mooi uitzicht over de omgeving. De echte beloning had ik echter al in het hoogteprofiel gezien: alleen nog maar omlaag! Wat nu volgt is echt ongekend. Eerst een stenige singletrack langs een afgrond, dan door een beekje. Dan weer zo'n glooiende singletrack, licht omlaag, flauwe bochten, snelheid maken en genieten. Dan wat lijkt op een verticale 'afgrond' in het hoogteprofiel: de helling is echt zo steil, maar het pad zig-zagt naar beneden, de ene switchback na de andere. Weer een riviertje door. Daarna is het alleen nog maar glooiende singletrack, draaien, keren, dan weer remmen los. Onder luid gejuich rijd ik over de finish. Wat een fantastische tocht! Eén van de gaafste wedstrijden die ik heb gereden. Na een warme douche meteen weer in de auto voor de terugreis. Uitslag is mij nog onbekend, maar zeg nou eerlijk, dat doet er toch ook helemaal niet toe?
Halve wereldreis
Komende maand laat ik het mountainbikeparadijs California weer even voor wat het is en onderneem ik zo'n beetje een halve wereldreis. Eerst naar Montreal voor de hereniging met Steph. Maximaal twee maanden mag er zitten tussen de momenten dat we samen zijn, zo hebben we bedacht. Tien dagen later pak ik dan het vliegtuig naar New Orleans voor de ApacheCon US, een conferentie over open source software. Dan via opnieuw Montreal naar Amsterdam, waar ik 11 november aan zal komen voor een verblijf van een dag of tien. Een hoop vlieguren, het is maar goed dat ik iedere dag lopend naar mijn werk ga anders zou ik nog schuldig gaan voelen over deze aanslag op het milieu!
zaterdag 20 september 2008
Yosemite
Yosemite National Park, één van de beroemdste en drukst bezochte nationale parken van Amerika, en naar verluid onvoorstelbaar mooi. Daar woon je dan ineens dichtbij. Nou ja dichtbij, het is nog steeds wel vier en een half uur rijden, maar met een beetje plannen vooraf kun je er een mooi weekendtripje van maken. Dat is ook precies wat ik met Rein en Leuni gedaan heb.
De rit
Om zoveel mogelijk uit het weekend te halen (en de ochtendspits voor te zijn) vertrokken we vrijdags om 6 uur 's ochtends. Zonder al te veel problemen reden we via Oakland de Bay Area uit. Na een koffiepauze bij de Starbucks in Escalon en een rechte weg langs schijnbaar oneindige fruitplantages, reden we een spectaculaire bergpas over. Nu waren we in de Sierra Nevada, en niet veel later reden we het park in. Rond een uur of elf kregen we voor het eerst zicht op Yosemite Valley, met in de verte onmiskenbaar de beroemde Half Dome.
Yosemite Valley van bovenaf
Voor we naar onze slaapplek reden, zijn we eerst de vallei weer uitgereden. Eerst nog een stop vlak voor de tunnel, voor de klassieke foto van Yosemite Valley. Links El Capitan, een bijna vierkant blok graniet dat maar liefst een kilometer recht omhoog rijst vanuit de vallei. Rechts een partij indrukwekkende rotsformaties waar de Half Dome bovenuit torent. Tijdens een korte wandeling de berghelling op naar Inspiration Point, was het uitzicht zelfs nog mooier. Het weer was ideaal, helder blauwe lucht, heerlijk zonnetje, warm maar met een koel briesje. Na de tunnel sloegen we de weg naar Glacier Point in. Onderweg werden we al op prachtige uitzichten getrakteerd, maar Glacier Point sloeg echt alles. Het is een uitzichtpunt op de rand van de klif, met uitzicht over de hele vallei en de omringende bergen. Als je over het randje naar beneden kijkt, kijk je een kilometer de diepte in! De Half Dome bevindt zich aan de overkant op ooghoogte. Ik heb al veel moois gezien tijdens al mijn reizen maar dit was toch wel weer erg indrukwekkend. Na dit spektakel namen we voor het toetje de trail naar Sentinel Dome, een koepelvormig brok rots nog net iets hoger dan Glacier Point. Na een korte wandeling bereikten we de dome en konden naar boven klimmen. Vanaf de top heb je 360 graden rondom vrij uitzicht over de Sierra Nevada. In het lage namiddagzonnetje zag dat er natuurlijk prachtig uit. Na een cultgroepsfoto met de zelfontspanner togen we moe maar voldaan terug naar de auto om onze slaapplek op te gaan zoeken.
Curry Village
Yosemite Valley is letterlijk een toeristenfuik: een doodlopende weg de vallei in met aan het eind een gigantische verzameling campings, hotels, restaurants, winkels, enzovoort om de vier miljoen bezoekers per jaar op te vangen. Wij hadden hier een zogenaamde “canvas cabin” geboekt, zeg maar een veredelde tent, in Curry Village, het budgetgedeelte van de toeristenfuik. Wat een contrast om na al die ruige natuur ineens een parkeerterrein met honderden auto's op te rijden! Na het inchecken vonden we in het donker onze tent, een houten vloer en frame met een canvas dak, met twee krakkemikkige bedden erin, waarvan één tweepersoons. Het meegebrachte eten ging in de beerbestendige container buiten de tent. Na zo'n lange dag waren we natuurlijk wel hongerig geworden, gelukkig is er ook hier een budgetoplossing voor in Curry Village. Voor 12 dollar kun je je helemaal rond eten bij een all-you-can-eat buffet. Prima geregeld! Ook de douches waren in orde, en moe als we waren vielen we na het naar bed gaan meteen in slaap zodat we geen last hadden van de krakende bedden en rumoerige buren (de honderden tenthuisjes staan bot bovenop elkaar).
Yosemite Valley van onderaf
Na een stevig ontbijt bij hetzelfde buffet, gingen we de volgende dag op pad. Na de vorige dag alle beroemde uitzichtpunten op de relatief rustige vrijdag gezien te hebben, besloten we op deze ongetwijfeld veel drukkere zaterdag in de vallei te blijven en wat minder bekende punten te bezoeken. Te voet hebben we een gigantische wandeling door de vallei gemaakt, om al die indrukwekkende rotsen nu van onderaf te zien. We kwamen eerst langs El Capitan. Die rijst zoals gezegd een kilometer recht omhoog. Natuurlijk een enorme uitdaging voor klimmers, er waren er dan ook een aantal te zien als gekleurde stipjes op die enorme granieten wand. De wandeling ging verder door het bos, waar we nog een bijzonder tam hertje tegenkwamen dat zich gewillig liet fotograferen, en terug langs het riviertje en mooie weiden. De trail ging toch nog een klein stukje wat omhoog langs een bergwand, met weer een ander (en weer mooi) uitzicht op El Capitan aan de overkant. Totaal versleten kwamen we terug bij de auto, en togen we naar de Curry Village voor een pizza op het pizza deck en een rustpauze. Aan het eind van de middag namen we de gratis shuttlebus naar Mirror Lake. Dit is een ander beroemd plekje in het park. Hier is een verbreding in het riviertje waar je een prachtige weerspiegeling van Half Dome kunt zien in het heldere water. Helaas droogt het riviertje half augustus helemaal op, zodat er nu alleen een zandstrandje was. Toch een erg mooi plekje, zeker met het lage zonnetje op de rotsen. Ook hier was het erg rustig, van de grote bezoekersaantallen merkten we niets. Terug bij het 'kamp' scheen de ondergaande zon mooi op de Half Dome en konden we nog wat mooie plaatjes schieten.
Tioga Road
Na nog een nacht in onze tent cabin, en andermaal een heerlijk buffet, gingen de spullen weer de auto in. Voor we de terugreis aanvaardden, wilden we echter eerst nog een stuk van Tioga Road rijden. Dit is een weg die uiteindelijk over de 3031 meter hoge Tiogapas leidt. Zover gingen wij niet, maar ook voor de pas zou er genoeg moois te zien zijn. Eerst hadden we echter nog een onwaarschijnlijke ontmoeting bij de benzinepomp met een stel uit Noordwijkerhout. Ik herkende het meisje, jaren geleden zaten we dagelijks in dezelfde bus! Na een gezellig praatje reden we de Tioga Road op. Dit was weer een heel ander uitzicht. Na de groene weelderige vallei gingen we nu veel meer door een kaal rotsachtige landschap. Dit was het meest spectaculair bij Olmsted Point, een uitzichtpunt waar je in de verte Half Dome en de Yosemite Valley vanaf de andere kant kunt zien. Indrukwekkender vonden wij echter de ruigheid van de directe omgeving, overal kale graniet, met hier en daar naaldboompjes die eruitsteken. De lichtgrijze kleur van het graniet, de helblauwe lucht, de groene boompjes, prachtig. We besloten nog een klein stukje verder de weg te volgen naar Tenaya Lake. Dit bleek een bergmeertje zo uit een schilderij van Bos Ross, en na een picknicklunch op het strandje bij het meer bestempelden we dit als eindpunt van de reis en keerden om op weg naar huis. Een lange rit, maar opnieuw zeer vlot zonder oponthoud, en om 7 uur 's avonds zaten we voldaan op de bank na te genieten. Wat een weekend!
woensdag 10 september 2008
Terug in California
Met uitzicht op de skyline van New York landde de Embraer RJ145, een soort vliegende sigaar met 50 zitplaatsen, op Newark. Ik had mijn vlucht pas een paar dagen van te voren kunnen boeken, en daardoor had ik een onhandige tussenstop en een waardeloze zitplaats, maar het Empire State Building en het vrijheidsbeeld maakten een hoop goed – als was het dan van een flinke afstand en in de mist. Eens te meer bevond ik me in een vliegtuig, en na 6 hectische weken (2 in Nederland, 4 in Montreal) had ik eindelijk eens tijd om alle gebeurtenissen van de afgelopen tijd op me in te laten werken. Soms gaat het allemaal zo snel dat mijn hoofd het ook allemaal niet meer kan bijhouden. Ik probeer dan gewoon maar zoveel mogelijk te genieten. Met een goed gevoel stapte ik in San Francisco de terminal in, en kon na het ophalen van mijn tas nog net in de shuttlebus naar Petaluma springen.
San Francisco
Amper een week terug op mijn eigen stekkie in Petaluma, waren vaders en moeders al weer gearriveerd in de USA voor hun grote reis. Ze bleven eerst nog een paar dagen in San Francisco, en daar heb ik ze op maandag (Labor Day) opgezocht. Op weg naar de afgesproken ontmoetingsplaats liep ik ze al tegen het lijf bij een wielerwedstrijd midden in de stad. Na een bakkie in de Ferry Terminal en de eerste oohs en aahs tussen de wolkenkrabbers, zijn we naar het Museum of Modern Art (SFMOMA) gegaan. Een prachtig gebouw, zowel van buiten als van binnen, en er waren erg mooie exposities van Chinese artiesten, en de publiekstrekker, Frida Kahlo. Eenmaal weer buiten zijn we rustig langs de bekende plekjes gelopen: Union Square, Chinatown, en Lombard Street. Met het bekende trammetje weer terug naar Market Street: wat een belevenis die steile straten op en af, hangend aan de buitenkant van het gammele karretje! Na nog wat omzwervingen de dag afgesloten met een taco in opnieuw de Ferry Building. Moe maar voldaan stapte ik 's avonds weer in de bus naar huis. Wat is het toch een geweldige stad!
Marin
Op donderdag kwamen Rein en Leuni met de veerpont naar Larkspur, waar ik ze tussen de middag opgepikt heb. Na even om het hoekje te hebben gekeken op kantoor, installeerden ze zich voor een lang weekend in de logeerkamer van het appartement. Vrijdags hadden we meteen een vol programma. Eerst naar Mount Tamalpais voor een hike naar de top, met prachtig uitzicht op de baai, de heuvels van Marin, en de kust. Het was al flink heet! We zochten wat afkoeling in Stinson Beach, een plaatsje aan de kust met een heerlijk strand en een behoorlijk alternatieve vibe. Na een stevige lunch zetten we de rit voort naar Muir Beach, waar een prachtig uitzichtpunt op een klif in de oceaan is. Indrukwekkend waten de grote Redwoodbomen in Muir Woods. Na de aanvankelijke drukte werd het verderop op het wandelpad wat rustiger, een sfeer die veel beter past bij die grote reuzen. We sloten deze monsterdag af met een fantastisch uitzicht op de Golden Gate Bridge en San Francisco vanaf de Marin Headlands aan de noordkant van de brug. Met het avondzonnetje erop hebben we heel wat foto's gemaakt!
Point Reyes
Na de geweldige maar slopende dag van gisteren hadden we voor zaterdag alleen een ochtendactiviteit in gedachten: Point Reyes National Seashore. Wel vroeg uit de veren want in het weekend kan het hier nog wel eens druk zijn met dagjesmensen uit de stad. Na een fotostop bij het aangespoelde bootje, reden we naar Chimney Rock voor de prachtige wandeling die ik eerder al met Steph had gemaakt. In het warme ochtendlicht zagen de baai, de boothuisjes, de rotsen en de oceaan er echt heel mooi uit, en bovendien was het nog erg rustig. De zeekoeien, die vorige keer nog op het strand in de zon lagen te bakken, waren nu echter niet te zien (wel te horen!). Na ook nog even bij het vuurtorentje te hebben gekeken, zijn we rustig weer terug gereden naar Petaluma. Natuurlijk wel met een stop onderweg voor een bakkie koffie met een appelpunt!
Petaluma
De rest van het weekend werd in en om Petaluma doorgebracht. Vaders en moeders naar de Art Fair en de Victorian Homes Walk, ik op de mountainbike in het lokale natuurgebiedje. In het restaurantje waar we zijn gaan eten werd ik al herkend (“aren't you the vegetarian?”) . Een kleinigheid maar daar moet je het mee doen om je thuis te voelen zo ver van huis. Verder natuurlijk onwijs gezellig om zo een weekendje met de fam op stap te zijn, samen te eten enzovoorts. Rein en Leuni kijken hun ogen uit, ik ben inmiddels al wel aan al die gekke Amerikaanse dingen gewend maar voor hen is het allemaal nieuw. Leuk om dat door hun ogen nog een keer mee te beleven.
Werk
Na een maand “thuis” werken vanuit Montreal was het weer even wennen op kantoor in Petaluma. Nadat het de eerste drie maanden hier allemaal nog niet zo'n vaart liep met Hippo USA, lijken er nu echter wat dingen van de grond te komen. Er wordt druk gewerkt aan het aannemen van nieuwe mensen, en er is vanuit diverse hoeken interesse in onze software. Ook begint de samenwerking met Nederland wat meer op gang te komen. Zat ik eerst nog vooral erg ver weg, na mijn pitstop in Nederland ben ik nu weer wat meer betrokken bij de ontwikkelingen aldaar en gebruik ik veel vaker Skype (soms wel op onhandige tijden vanwege het tijdverschil). Er is echter nog een hoop te doen!
Plannen
Met het hele najaar en de hele winter in het verschiet worden er volop plannen gemaakt, met het visum op zak gaat dat ook wat makkelijker. Eerst volgend weekend met Rein en Leuni naar Yosemite. Verder staat eind oktober weer een weekje Montreal op het programma. Begin november de ApacheCon in New Orleans, en rond kerst waarschijnlijk weer even naar Nederland, hopelijk met mijn meisje! Op een wat kleinere schaal probeer ik hier de draad van het mountainbiken weer op te pakken, daar was in Montreal niks van gekomen. Ook probeer ik hier het appartement wat gezelliger te maken, en wat meer mensen te leren kennen. Ten slotte is er weer een nieuwe bureaucratische uitdaging: mijn autoverzekering kan ik alleen verlengen als ik een Californisch rijbewijs haal. Dat wordt theorie- en praktijkexamen doen! Voor dat ik dat kan aanvragen moet ik echter eerst een Social Security Number zien te krijgen, zeg maar het Amerikaanse sofinummer. Ik hoef me niet te vervelen de komende tijd.
zondag 24 augustus 2008
Visum en afscheid
Na precies een maand in Montreal stap ik wederom op het vliegtuig, terug naar California. Dit keer volledig legaal met een werkvisum in mijn paspoort! In de tussentijd heb ik hier natuurlijk nog wel het een en ander meegemaakt.
Mont Tremblant
Stond al eerder als meerdaagse trip op de planning, maar toen wegens slecht weer van afgezien: Mont Tremblant. Er is wat verwarring aangezien er een berg, een dorp, een skioord en een nationaal park met de naam Mont Tremblant zijn, met evenzoveel gelijknamige afslagen van de snelweg. Het is echter allemaal bij elkaar in de buurt, op ongeveer een uur rijden van Laval. Wij lieten het oude dorp links liggen en parkeerden bij het nieuwe dorp (nog meer verwarring), dat speciaal voor de toeristen is opgetrokken in Disney-Alpen-stijl. Een kleurrijke verzameling van restaurants, hotels en souvenirwinkeltjes, aan de voet van een berg, met een gratis kabelbaantje om hogerop in het dorp te komen. Zo op het eerste gezicht het ideale recept voor een vreselijk kitcherige toestand, maar eerlijk is eerlijk, het ziet er best gezellig uit. Allemaal leuke huisjes, en een autovrij centrum, iets wat je in Noord-Amerika niet zo veel ziet. Zonder twijfel een van de aangenaamste toeristenfuiken die ik ben tegengekomen. Wij kwamen echter niet de toerist uithangen in het dorp, maar kozen meteen de hikingtrail naar de top. Dat was nog best pittig, aangezien het in de afgelopen weken veel geregend had en we het grootste deel van de tocht tot onze enkels in de modder wegzakten. Het laatste deel van de klim ging recht omhoog over een skipiste. Bovenop was het uitzicht echter een aangename beloning voor de inspanning. Terug omlaag namen we echter toch maar de kabelbaan. Eenmaal thuis hadden we nog de nodige moeite om onze voeten en sandalen schoon te krijgen!
Visum
Na de eerste drie maanden in California noodgedwongen op een toeristenvisum verbleven te hebben, was de aanvraagprocedure voor een werkvisum nu toch eindelijk echt op gang gekomen. Met de werkvergunning die Hippo inmiddels voor mij had verkregen op zak, kon ik een afspraak maken bij het Amerikaans consulaat in Montreal. Ik moest nog een hele rits formulieren invullen en papieren verzamelen, pasfoto's laten maken, en geld storten bij een bepaalde bank, maar toen mocht ik me dan eindelijk op maandagochtend melden bij het consulaat voor een “interview”. Ik zag al voor me hoe ik in een donkere kamer geroepen zou worden waar een grijze man mij vanachter zijn eikenhouten bureau moeilijke vragen zou stellen, Amerikaanse vlag in de hoek en portret van president Bush aan de muur. Eenmaal door de security check bleek echter dat de soep niet zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend, het was vooral het knap staaltje bureaucratie waar ik aan bloot werd gesteld. Anderhalf uur in de rij voor het eerste loket om mijn papieren af te geven, dan nummertje voor het tweede loket om vingerafdrukken te laten nemen, dan weer een nummertje voor het derde loket, voor het eigenlijke “interview”. De dames achter alle drie de loketten waren echter bijzonder vriendelijk, en de vragen waren uiteindelijk niet meer dan een controle om te bevestigen dat ik dezelfde persoon was als beschreven in de formulieren. De volgende dag mocht ik nog een keertje in de rij aansluiten om mijn paspoort weer in ontvangst te nemen, met daarin een prachtig “L1” visum!
Schoonmoeder
Naast de goedkeuring door de Amerikaanse immigratiedienst, stond er nog een keuring op het programma... na drie weken in Montreal zijn we toch maar eens bij de moeder van Steph langs gegaan, in St-Jean-Sur-Richelieu, een plaats ten zuidoosten van Montreal. Ondanks het onaangekondigde bezoek werden we hartelijk ontvangen, en de kennismaking verliep gelukkig in het Engels. Natuurlijk een rondleiding door het ouderlijk huis, en door de plaats waar Steph opgegroeid is. Typisch Noordamerikaans met brede rechte wegen en vrijstaande huizen, niet het alleraantrekkelijkste dorp maar in het centrum vonden we een tentje met een heerlijk terras in de schaduw, waar het mij vervolgens ook nog lukte om de complete lunch in het Frans te bestellen. Halverwege de middag maar weer terug gereden naar Laval, dwars door Montreal omdat het verkeer op de snelweg vast stond. Oja, het schijnt trouwens dat ik goedgekeurd ben :)
Montreal
In de tussentijd, naast het werken vanaf 'thuis', ook de stad nog wat verder verkend. Veel foto's gemaakt, en zodoende heel wat gezien. Het weer werd na de vele regenbuien de eerste weken wat beter, vooral de laatste week eigenlijk alleen maar zon. Helaas betekent dat hier ook enorm benauwd door een hoge luchtvochtigheid. Sommige middagen heb ik echt helemaal voor pampus gelegen, niet in staan om ook maar iets te ondernemen in die hitte. Afgelopen zaterdag daarom maar vroeg opgestaan en samen een fietstocht gemaakt door Laval. Je hebt hier een heel netwerk van fietspaden, als je wil kun je de hele provincie Quebec door. Wij hielden hij bij twee uurtjes binnen de stadsgrens, heerlijk in de nog frisse ochtend. Ook heerlijk was een etentje bij Emilie, een vriendin van Steph. Haar appartementje is midden in een gezellige wijk, met allemaal huizen met de voor Montreal karakteristieke trappen aan de voorkant. Na de barbecue en salade zijn we voor het ijsje toe naar de Marche Jean Talon gelopen, een enorme markt waar naar verluid de beste chef koks van Montreal hun ingredienten kopen. Een gezellige avond dus en een mooie afsluiting van mijn verblijf hier.