zondag 16 oktober 2011
Getrouwd! En op weg naar Vancouver!
Juni 2011. Ik ben halverwege een werkonderbreking van 6 maanden. Steph en ik kennen elkaar nu zo'n drie en een half jaar. De vraag hoe onze toekomst er uit ziet, en vooral waar die zich gaat afspelen, houdt ons al een tijdje bezig. Montreal is voor mij geen optie voor de langere termijn, dat was al vrij snel duidelijk. Ook Nederland spreekt ons om verschillende redenen niet aan. We hebben aan Zuid-Frankrijk gedacht, en aan Vancouver. Ook Boston is via werk de revue gepasseerd als mogelijkheid. De verschillende immigratieprocedures torenen angstaanjagend boven de verschillende opties uit. We beginnen echter nu toch echt wel uit te zien naar wat vastigheid. De tijd is aangebroken om de knoop door te hakken en een plan te maken.
Gelukkig heb ik de drie vrije maanden goed benut. Ik ben naar Zuid-Frankrijk geweest. Een prachtig gebied waar ik me op m'n gemak voel, maar om daar nou te gaan wonen en werken? Het is toch vooral een prachtig vakantieland. Eigenlijk wil ik dat zo houden. Vancouver dan? Een jaar geleden al eens rond gekeken, en door een speling van het lot kom ik er dit jaar weer even terecht. Tijdens een wandeling rond Stanley Park houd ik even een pauze op een strandje. Drie maanden zonder werkdruk hebben alle spanning uit m'n lichaam doen vloeien. Mijn hoofd is vrij. Het zonnetje en de koele zeebries zorgen ervoor dat ik nog even blijf zitten op het strandje. Langzaam zie ik alle puzzelstukjes op z'n plaats vallen.
Terug in Montreal komt het onderwerp snel ter tafel. Ik doe mijn plan uit de doeken, en Steph heeft eigenlijk geen bedenktijd nodig: we gaan naar Vancouver! Makkelijker gezegd dan gedaan, maar met een duidelijk doel voor ogen is het toch wat eenvoudiger plannen. De eerste stap in ons plan verrast iedereen in onze omgeving, en onszelf misschien nog wel het meest: we gaan trouwen!
In oktober is het zo ver. Rein en Leuni hebben er meteen een vakantie van gemaakt en zijn na aankomst in Montreal eerst een roadtrip gaan maken door Quebec en New England. Een week voor de trouwdag komt ook Stijn aan in Montreal. Hij zal mijn getuige zijn. We hebben elkaar de laatste jaren eigenlijk nauwelijks gezien en brengen samen een geweldige week door.
15 oktober melden we ons bij het Paleis van Justitie in Montreal. Steph heeft haar moeder meegenomen, en vriendin Mylene die haar getuige zal zijn. Met z'n zevenen ondergaan we de korte maar krachtige ceremonie, en dan zijn we ineens zomaar getrouwd! Vreemd hoor. Eenmaal weer buiten blijken de wispelturige weergoden ons goed gezind en breekt het zonnetje door. We pakken de metro en lopen via Square St-Louis, en de gezellig straatjes van de hippe wijk Plateau de Montreal, naar Juliette et Chocolat, waar we een verrukkelijke chocoladelunch voorgeschoteld krijgen. 's Middags op het gemak naar ons appartementje voor een bakkie thee. 's Avonds een heerlijke door Steph met specialiteiten uit Quebec voorbereide maaltijd, met als hoogtepunt de 'bruidstaart': een zelfgebakken cheesecake met smurfenechtpaar er bovenop! Ik geniet stilletjes terwijl ik het iedereen naar z'n zin zie hebben, en in drie talen tegelijk met elkaar hoor babbelen. Een geslaagde dag!
De volgende dag vertrekken Rein en Leuni naar New York, en Stijn weer terug naar Nederland. Voor ons begint nu de echte uitdaging: de immigratieprocedure. Voor ons ligt een intimiderende hoeveelheid formulieren, en een langlopende procedure: de officiële doorlooptijd is een jaar! Maar het doel is een permanente verblijfsvergunning, dus dan is het ook meteen voorgoed geregeld. En in de tussentijd kan Steph haar studie in Montreal afmaken, en hopelijk wat werkervaring opdoen. We moeten nog even een lange adem hebben, maar eind 2012 moeten we in Vancouver kunnen zitten!
woensdag 31 augustus 2011
Dolomieten
Het was al heel lang een wens, maar het kwam er steeds maar niet van. Maar dit jaar ging het dan eindelijk gebeuren: een door mij georganiseerde mountainbikeweek in de Alpen, waarbij ik mijn fietsmaatjes van mijn oude cluppie de Noordbikers eens een andere benadering van het mountainbiken wilde laten beleven. De Nederlandse mountainbiker is traditioneel, wellicht door de diepgewortelde wielerhistorie en een gebrek aan uitdagend terrein, nogal gericht op hard rijden en kilometers maken. In mijn omzwervingen over de wereld heb ik echter het ware mountainbiken leren kennen, waarbij vooral de flow en de technische uitdaging van de trail voorop staan. Gezelligheid en het perfectioneren van de techniek zijn daarbij belangrijker dan wie het snelst is, en na afloop wordt gezamenlijk een biertje gedronken in plaats van sportdrank.
Na het gebruikelijke initiële enthousiasme, en de eveneens gebruikelijke latere afzeggingen, kon uiteindelijk toch een groep van 6 man gevormd worden. Vanuit Canada begon ik met het zoeken van een geschikte locatie. Die werd gevonden in het Eisacktal in Zuid-Tirol, in de Italiaanse Dolomieten. Topokaarten werden besteld, en GPS-tracks gedownload. Menig uurtje in de wondere wereld van Google Earth later, had ik een stevig programma met mooie ritten over hopelijk prachtige singletracks in elkaar gedraaid. Het ging nu echt gebeuren!
Aldus reis ik op een zondag in augustus samen met Marc richting Italië, waar we de twee prachtige appartementen in het idyllische dorpje Natz snel weten te vinden. Rond middernacht komt ook de rest van de groep, die nog even een wedstrijd in het Duitse Sauerland heeft gereden, aan op onze thuisbasis voor een week. De volgende ochtend eerst maar eens uitslapen, en op het gemak ontbijten. 's Middags onder een prachtige blauwe lucht op pad voor een eerste ritje langs de omliggende dorpen in het dal. Toch meteen al de nodige hoogtemeters en singletracks, de trend is gezet.
Op dinsdag kan het echte werk beginnen, en staat meteen de koninginnerit op het programma. We dalen af het dal in en rijden naar de voet van de ruim 2500 meter hoge Plose. Daar moeten we omhoog, maar om de klim- en daaltijd wat in balans te houden (we zijn immers op vakantie) rijden we op eigen kracht tot halverwege, en pakken dan de gondel naar het bergstation. Van hier is het nog een klein stukje klimmen over brede gravelwegen tot de top. Dan kan het feest beginnen: van de top terug naar het dal, gaat de route vrijwel geheel over singletrack! Het begin is veelbelovend: goed rijdbare trails door de alpenweiden, met prachtig uitzicht op de grillige pieken van de Dolomieten. Ook de minder ervaren jongens kunnen hier goed uit de voeten. Later verandert de trail in een grillig wandelpad vol wortels en stenen, langs een gapende afgrond. Er moet veelvuldig gelopen en geklauterd worden. Het hoort erbij in de Alpen, maar voor de nieuwkomers is het een intimiderende kennismaking. Gelukkig is de beproeving niet van lange duur, en kunnen we al snel weer met de nodige flow naar beneden slingeren, zo het terras van een perfect gepositioneerd bergrestaurant op! De pasta, apfelstrudel en koffie gaan erin als koek, en het is iedereen duidelijk dat ook afdalen vermoeiend kan zijn. Na nog een paar mooie singletracks, besluiten we vanwege de vermoeidheid en het snel naderende einde van de middag het resterende deel over asfalt te dalen. Zo zijn we snel beneden, al is de korte klim terug naar het appartement nog even doorbijten, en voor sommigen iets te veel van het goede.
Na een welverdiende rustdag op woensdag, rijden we donderdag de andere kant van het dal uit. Doel is de Stoanamandl op zo'n 2100 meter hoogte, en na de eerste honderden hoogtemeters klimmen - deels over singletrack - is er weer de optie de lift omhoog te pakken. De groep splitst en vier gaan op eigen kracht omhoog. We hergroeperen boven bij het bergrestaurant, en na de pasta wordt het laatste stukje geklommen. Aan de andere zijde moet een mooie singletrack liggen die de omtrekt van de berg volgt met prachtig top-of-the-world-uitzicht. De trail stelt niet teleur en is inderdaad geweldig. De technische moeilijkheidsgraad ligt op een mooi niveau, net uitdagend genoeg maar niets extreems. Het gegroeide vertrouwen van de minder ervaren mensen laat zich zien in een rap verbeterende techniek. Onderweg zijn er mogelijkheden om over asfalt af te steken en later de route weer op te pikken. Zo splitsen we af en toe en kan iedereen genieten. Met vier man doen we uiteindelijk de hele afdaling over singletrack, ruim 1300 verticale meters. De klim naar de thuisbasis is van deze kant beter te doen en iedereen komt vandaag in goede doen binnen.
Vrijdag, de laatste monstertocht van de week. De benen voelen al wat vermoeider aan, dus pakken we vandaag twee liften voor een maximum aan afdaaltijd. De voor vandaag geplande rit zag er op Google Earth spectaculair uit, en blijkt in werkelijkheid nog spectaculairder! Vanaf het liftstation rijden we over singletrack richting kam van de Gitschberg. Een klein stukje lopen tegen de kam op, en dan openbaart zich een schitterend panorama. De trail loopt precies over de rug van de berg, op een hoogte van ruim 2200 meter, en we hebben 360 graden uitzicht over, zo lijkt het, de hele Dolomieten. De hele groep geniet intens. De afdaling loopt nog een stuk verder over de kam, en duikt daana het bos in. Wederom splitsen we geregeld voor makkelijke en moeilijke varianten. Een op goed geluk in de route opgenomen pad blijkt de meest enerverende trail van de hele week. Ruig, vol stenen en wortels, en schijnbaar zonder einde. Zo op het einde van de week is het vertrouwen enorm, en we stuiteren volle bak naar beneden. Met de adrenaline nog in ons lichaam rijden we terug naar het appartement.
Na een week zon en strak blauwe luchten, slaat het weer zaterdag om en begint het te regenen. We rijden nog een leuk ritje over de Kastanienweg, die halverwege de berghelling langs het dal loopt. Wanneer het echt begint te stortregenen, besluiten we af te dalen en langs de rivier terug te rijden. Ik stel voor het bekende laatste klimmetje over singletrack te rijden, een lastige maar passende afsluiting van de week.
De week is voorbijgevlogen, en we kunnen terugkijken op een zeer geslaagde trip. Prachtig weer, prachtige omgeving, en we hebben geweldige routes gereden. De hoeveelheid singletrack in de routes was bijna maximaal en iedereen heeft op zijn eigen manier de nodige grenzen verlegd. Het was bovendien beregezellig. Het low-budget doe-het-zelf-ontbijt, de dagelijkse pauzes met koffie en apfelstrudel, en het waar nodig onderweg eensgezind op elkaar wachten (in het zonnetje), hebben daar alleen maar aan bijgedragen. Ideeën voor een vervolgeditie werden dan ook al snel geopperd, misschien wel in Canada!
vrijdag 1 juli 2011
Yukon
The Yukon. Alleen van de naam al gaat een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit. Tel daarbij op de haast eindeloze wilde natuur, de middernachtzon, beren, elanden, en een hoofdstad met de naam Whitehorse. Een meer tot de verbeelding sprekende locatie had Dan Barham niet kunnen bedenken voor zijn Photo Clinic. De Britse mountainbikefotograaf, woonachtig in North Vancouver en één van de vaste fotografen van het Amerikaanse Bike Magazine, is sinds zijn eerste bezoek een paar jaar geleden niet meer uit de Yukon weg te slaan. Whitehorse ligt midden in de wildernis en wordt letterlijk omringt door honderden kilometers aan mountainbiketrails. En door de middernachtzon duurt het 'gouden uur', het mooiste licht van de dag vlak na zonsopgang en vlak voor zonsondergang, hier maar liefst vier uur! Dat klinkt bijna als het paradijs!
Na een korte fietstocht door Whitehorse - een grid van rechte straten waar de locals met hun grote pick-ups heen en weer rijden - steken we de wild stromende Yukonrivier over richting het kampement van Boreale Mountain Biking. Een verzameling yurts (grote ronde tenten van alle gemakken voorzien) bovenop een heuvel, met prachtig uitzicht op de stad en omringende natuur. Hier worden we deze week, tussen het biken en fotograferen door, in de watten gelegd met overheerlijk eten - bereid met verse ingrediënten uit de directe omgeving - en lokaal gebrouwen bier van de Yukon Brewing Company. Niet slecht!
Dan heeft zich, afgezien van zijn Britse accent, helemaal aan de laid-back levenstijl van de Canadeze aangepast, en begint de clinic de volgende ochtend op het gemak vanaf de bank met een bak koffie en een introducerend gesprek over mountainbikefotografie. Met bijna 24 uur daglicht maakt hij zich niet zo'n zorgen om de tijd. 's Middags gaan we op pad voor de eerste rit, op zoek naar goede fotolocaties in de directe omgeving. Meteen al valt de gigantische variëteit aan trails op. Mooie locaties genoeg, dat is duidelijk. Aan het eind van de middag, als het licht wat minder fel is, gaan we voor de tweede keer op pad, nu om daadwerkelijk foto's te schieten. Gids Sylvain rijdt bereidwillig tientallen keren hetzelfde stukje trail terwijl Tim, Eric en ik hem op de gevoelige plaat vastleggen. De kop is eraf, maar we zijn nog niet echt tevreden met het resultaat. Morgen weer een dag, denken we. Maar na een verrukkelijke maaltijd terug in de yurt, roept Dan "tijd om te gaan!" en springt op de fiets. Voor de derde keer die dag crossen we met onze zware rugtassen vol apparatuur over de prachtige trails, en Dan lijkt nu pas echt in zijn element te komen. De zon heeft zich in een comfortabele positie net boven de bergen aan de horizon genesteld, en blijft daar de komende uren nog wel even hangen. "Zie je dat licht?!" roept Dan uitzinnig als de zoveelste prachtige locatie zich aandient. Onze camera's maken overuren en Dan spoort ons aan vooral alle regels van de fotografie in de wind te slaan. Recht in de zon fotograferen, onder- en overbelichten, experimenteren! Het kan niet op, en ondanks de al twee eerdere ritten vandaag, leggen we tegen de 50 km af zo laat op de avond. Ik kan m'n ogen bijna niet open houden als we tegen middernacht over een smal paadje langs de Yukonrivier rijden, en moet oppassen dat ik niet over het richeltje in het koude water kukel. Compleet afgebrand, maar met een geheugenkaart vol prachtige shots, komen we terug bij het kamp. Ondanks het licht van de middernachtzon val ik als een blok in slaap in mijn yurt.
De volgende twee dagen verlopen ongeveer volgens hetzelfde scenario. Relaxte ochtend in de yurt om de foto's van de vorige dag te bekijken, en uitleg van Dan over de meest uiteenlopende onderwerpen. 's Middags en 's avonds rijden en fotograferen we de meest uiteenlopende trails rond Whitehorse, en het verderop gelegen Carcross. Dan begeleidt ons niet alleen fototechnisch, maar maakt ons ook vooral bekend met de bijkomende zaken in het leven van een mountainbikefotograaf. Het werken met professionele rijders, het snel kunnen spotten van goede locaties, het nabewerken van foto's, contact onderhouden met fotoredacteuren... we krijgen een compleet beeld van het beroep. En passent rijden we de meest uitdagende trails en worden de technische vaardigheden op de fiets ook nog even getest.
Zo beleven we een prachtige tijd en de derde en laatste dag sluiten we af met het maken van foto's tijdens een lokale mountainbikewedstrijd. Lekker veel rijders op een compact parcours, en ik krijg volop gelegenheid om te experimenteren met de externe flitser op afstand. Helaas trekt de lucht dicht, wordt ik opgevreten door de muggen en ren uiteindelijk bijna gillend het bos uit. Niet helemaal tevreden schuif ik aan in het café voor een biertje om de clinic af te sluiten. Ik besluit me net neer te leggen bij het mindere resultaat van die dag, als ik door het raam de wolken open zie breken. Ik kijk Dan aan, en een paar minuten later racen we in de bus een bergweg op. We hebben zo'n tien minuten om op een trail over een richeltje nog wat plaatjes te schieten voor de zon weer achter de wolken verdwijnt. Het licht is waanzinnig en Sylvain en Dan rijden als een gek heen en weer terwijl we onze camera's de sporen geven. Dit zullen uiteindelijk de mooiste foto's van de hele trip worden, en in mijn geval twee maanden later zelfs de cover van het Nederlandse mountainbiketijdschrijf UP/DOWN sieren!
De drie dagen zijn voorbij gevlogen en het is een intense belevenis geweest. Zoveel gedaan, zoveel geleerd, en vooral ook het fantastische Canadese buitenleven beleefd. Dit wordt de laatste nacht in de yurt nog even onderstreept door een zwarte beer die even het kampement komt onderzoeken, en met veel kabaal de barbecue omver duwt. Ook het mountainbiken hier is een verassing gebleken: de enorme hoeveelheid trails, en vooral de variëteit, maken Whitehorse en omgeving voor mij de tot nu toe beste mountainbikebestemming in Canada. En op twee en een half uur vliegen van Vancouver, helemaal niet zo in de middle of nowhere als het in eerste instantie lijkt. Zeker een plek om nog eens terug te keren!
maandag 27 juni 2011
Vancouver Island
"The Best Place on Earth" - zo luidt het officiële motto van de Canadese provincie British Columbia. Als je er nog nooit geweest bent, denk je misschien dat een beetje meer bescheidenheid de bedenkers van deze slogan wel zou hebben gesierd. Je hoeft echter maar één keer op Vancouver aan te vliegen om al je bedenkingen te laten varen: het is er gewoon weergaloos mooi! De aan een natuurlijke haven gelegen stad, omringd door groene eilanden en witte bergtoppen, vanuit de lucht heb je er een prachtig uitzicht op. Ook als ik een goed uur na de landing op de veerboot naar Vancouver Island zit, en ik vanaf het zonnedek dicht beboste eilandjes, zeilbootjes en houten boothuisjes voorbij zie komen, kan ik niet anders dan toegeven dat het hier erg mooi is!
Victoria
Victoria, de op Vancouver Island gelegen hoofdstad van BC, is een soort kleine afgezwakte versie van Vancouver. Hier geen glanzende wolkenkrabbers en weelderig Stanley Park, maar wel een haventje waar de bootjes en watervliegtuigjes vertrekken en aankomen, een seawall die je de hele stad rond langs het water voert, en park en strand op loopafstand van het centrum. Met slechts 78.000 inwoners is het allemaal wat gemoedelijker dan Vancouver. Het tempo ligt op eilandniveau: behoorlijk laag. Er is een onevenredige hoeveelheid kleine onafhankelijke winkeltjes en koffieshopjes. Op de markt verkopen de locals hun zelfgemaakte frutsels en etenswaren, en overal in de stad spelen straatartiesten. Kortom, een gezellige boel, leuk om één of twee dagen rond te banjeren, maar dan heb je het ook wel gezien want verder gebeurt er niet zo veel.
Cumberland
Na twee dagen in Victoria pak ik dan ook de Greyhoundbus die langs de oostkust van het eiland naar het noorden rijdt. Onderweg wederom mooi uitzicht op de prachtige omgeving, die wel een beetje aan Noorwegen doet denken. Na een overstap in Nanaimo, pak ik in Courtenay de lokale bus naar Cumberland. Tot voor kort bevolkt door mijnwerkers en houthakkers, is dit plaatsje sinds enige jaren overgenomen door mountainbikers, die een bijna oneindig netwerk van singletrack in de omgeving hebben aangelegd.
Ik had een kamer geboekt in The Riding Fool, het eveneens door mountainbikers gerunde hostel. Dat blijkt tussen 2 en 4 gesloten, en ik kom natuurlijk 5 over 2 aan met de bus. Even informeren in de bikeshop in hetzelfde gebouw, waar men een mooie oplossing weet: kleed je om in de wc, pak een fiets, en ga een rondje mountainbiken tot 4 uur! Zo gezegd zo gedaan, en even later rijd ik de singletrack op. Een waar doolhof van trails, niet makkelijk wijs uit te worden, maar een leuk voorproefje van wat komen ging.
De volgende dag heb ik afgesproken met Martin van Island Mountain Rides voor een gegidste tocht. We rijden direct vanuit het hostel het naastgelegen bos in. Via steile gravelwegen klimmen we omhoog. Dan kan de pret beginnen. De een na de andere singletrackafdaling schiet voorbij. Hier en daar behoorlijk technisch, maar steeds goed te doen. Nauwe slingerpaadjes door dichte bossen worden afgewisseld met open stukken waar recent flink gekapt is. Pure downhilltrails worden gevolgd door echte XC-trails die op en neer gaan. De diversiteit is enorm. De open stukken bieden uitzicht op besneeuwde bergtoppen en idyllische meertjes. Martin wijst in de verte aan waar nog meer trails te vinden zijn. Forbidden Plateau, een XC-paradijs. Mount Washington, het bekende bikepark met diverse lift served DH-trails. Het is duidelijk, rond Cumberland kun je wel een tijdje vooruit qua singletrack. Wij houden het na 3 uurtjes voor gezien, de laatste zeer technische XC-trail die steil maar op en neer bleef gaan heeft me behoorlijk gesloopt. Via een lange rechte singletrackafdaling knallen we terug het dorp in. Ik spreek meteen maar met Martin af voor de volgende dag, want dit vraagt om meer!
Hornby Island
Na de rit in Cumberland de vorige dag, staat nu Hornby Island op het programma. Dit is een klein eilandje voor de kust van Vancouver Island. Met de bus van Island Mountain Rides rijden we naar de veerpont, waar John uit Schotland zich bij ons aansluit. We steken eerst over naar Denman Island, waar we de bikes van de bus laden en de tweede veerpont op fietsen, naar Hornby Island.
Na een korte klim over een brede gravelweg, bereiken we de trailhead. Hornby Island heeft de vorm van een wig: aan één kant is het eiland heel steil, de rest van het eiland loopt heel flauw naar beneden af. Wij volgen een trail die langs de steile kant omhoog loopt. Het uitzicht over de oceaan, Denman Island, en Vancouver Island is meteen spectaculair. Halverwege de klim draaien we bijna 180 graden en klimmen verder, nu met het uitzicht aan de linkerkant.
Eenmaal boven kan, na een lunchpauze op een uitzichtpunt, het singletrackfeest beginnen. Aan de vele fantastische trails op deze flauw aflopende kant van het eiland wordt al 20 jaar gewerkt, ze zijn inmiddels dan ook bijna geperfectioneerd. Snelle goed lopende singletracks met veel flow slingeren tussen de bomen door. De grond is bedekt met een dikke laag mos, met de ogen op de trail gericht snelt de hele wereld als een felgroene waas aan ons voorbij. Het zelfde patroon herhaalt zich keer op keer: we klimmen een stukje, en weer vliegen we via eindeloze slingerende paden omlaag. En nog een keer. En nog een keer. En nog een keer.....
Na een korte pauze bij waarschijnlijk de kleinste bikeshop ter wereld, volgen we een stukje vlakke trail door een bos, aan het einde waarvan zich plotseling een prachtige baai met een wit strand openbaart. Het begint er aardig op te lijken dat we in het paradijs zijn beland!
De dag loopt nu aardig op z'n einde en we moeten de veerpont terug nog halen. Via de weg en wat singletracks daarlangs stoempen we richting haven. Een welverdiend biertje zit er helaas niet in aangezien de havenkroeg er nogal eigenzinnige openingstijden op na houdt. Het mag de pret niet drukken, het is een geweldige dag geweest in misschien wel hét singletrackparadijs!
Vancouver
Na de avonturen op Vancouver Island neem ik weer de bus en de veerboot naar het vasteland. Even bijkomen in Vancouver. Het valt nog niet mee om onderdak te vinden, want de Vancouver Canucks spelen dat weekend in de finale van de ijshockeycup. Uiteindelijk weet ik echter via AirBnB een fantastische slaapplek te vinden in West End, op loopafstand van Stanley Park, en het strand in English Bay. Als ik 's avonds richting centrum loop om wat te gaan drinken met twee Duitse meiden die een week eerder in het vliegtuig naast me zaten, kom ik midden in het feest van de hockeyfans terecht. De Canucks hebben gewonnen, het is een dolle boel. Een week later zullen ze de beslissende wedstrijd echter verliezen en wordt het centrum van Vancouver kort en klein geslagen (ja, daar ook dus). Nu is het echter één en al vrolijkheid. De volgende dag beperk ik me tot een rustige wandeling rond Stanley Park. Wat is het hier toch mooi! Perfect om weer op te laden voor het volgende avontuur onder de middernachtzon in de Yukon Territory!
maandag 30 mei 2011
Provence
Even lekker alleen er tussenuit. Tent en mountainbike achterin de auto en rijden maar. Eigenlijk is er maar één plek op de wereld waar ik dan heen wil: Frankrijk. En liefst een beetje zuidelijk. Mooi weer, prachtige omgeving, lekker eten, geweldig mountainbiken. En na het gevecht met het Quebecois-Frans, is dat Franse Frans ineens heel goed verstaanbaar!
Zo reed ik half mei in het van Jacko in bruikleen gekregen Peugeot 205je richting zuiden. Eerste stop Avignon. Op de stadscamping op een eilandje in de Rhône stond m'n tentje zo recht tegenover de Pont d'Avignon! Lopend de ommuurde stad bekeken, het pauselijk paleis, het uitzicht vanaf de Rocher des Doms. Prachtige stad, maar wel een beetje een museumstuk. Ik miste een beetje de 'vibe'.
Vanuit Avignon ook de Pont du Gard bezocht, dat indrukwekkende Romeinse aquaduct dat je in alle geschiedenisboekjes ziet. Nog meer Romeinse historie in Glanum, de archeologische opgraving nabij Saint-Rémy-de-Provence. Vlak naast het klooster waar Van Gogh nog een tijdje gezeten heeft. De menigmaal door Vincent geschilderde olijfbomen, met op de achtergrond de grillige pieken van de Alpilles, staan er nog steeds. Je loopt er eigenlijk zo zijn schilderijen in. Leuk!
Na deze culturele uitstapjes ben ik verhuisd naar Apt, toegangspoort tot het Luberonmassief. Een heerlijke kleine camping op loopafstand van het leuke oude centrum, en een bijna oneindige voorraad trails in de omgeving, om op de mountainbike te ontdekken. Ouderwets ben ik met topokaart en Franse routebeschrijvingen op pad gegaan. Af en toe de weg kwijt natuurlijk. Maar ook fantastische singletracks ontdekt. 's Avonds potje koken op de camping. 's Ochtends vers croissantje. Uiteindelijk 6 nachten blijven staan, in plaats van de geplande 3. En ik had rustig nog een week kunnen blijven. Zeker toen ik ook nog door een lokale mountainbiker werd uitgenodigd. Ik wilde echter ook nog naar Aix-en-Provence.
Met de Fransman maar afgesproken dat ik na de zomer nog een keer kom, en koers gezet naar de stadscamping bij Aix. Flink warm daar, dus heel rustig de stad in gelopen. En wat voor een stad! Dat is nog eens iets anders dan Avignon: een bruisende studentenstad, met vele mooie jongens en meisjes die met grote zonnebrillen over de Cours Mirabeau paraderen, op één van de vele terrasjes zitten te eten en drinken, of lekker door de smalle straatjes van Vieil Aix struinen. En dat op een steenworp afstand van La Montagne Sainte-Victoire, een indrukwekkend bergmassief dat ook op menig schilderij van Cézanne te vinden is. En zelfs nog dichter bij bleek er heel wat outdoorpotentieel te zijn. Direct vanaf de camping, onder de rook van Aix, heb ik een prachtige rit op de mountainbike gemaakt, inclusief een singletrackafdaling waar je nekharen recht van overeind gaan staan. Aix-en-Provence is met stip gestegen in de lijst van plaatsen om te wonen...
Helaas zat mijn tijd in Frankrijk er al weer op. Op de terugweg neergestreken bij Paul in de Belgische Kempen, we zijn weer helemaal bijgepraat onder het genot van een goede fles wijn. En zo zit ik inmiddels weer in Noordwijkerhout, op het oude nest. Met mijn gedachten nog bij de Provence, staat mijn tasje alweer klaar voor vertrek naar Canada komende zaterdag.
vrijdag 8 april 2011
Roadtrip Arizona
Hij stond al heel lang op de planning: onze trip naar Arizona. Even lekker ontdooien in het zuiden, aan het eind van de koude en vooral lange winter in Montreal. Eind maart is het eindelijk zo ver en stappen we na een vlot verlopen reis, aan het begin van de middag in onze huurauto op het vliegveld van Phoenix. Onze roadtrip kan beginnen!
We zetten meteen koers richting Sedona, een kleine twee en een half uur ten noorden van Phoenix. Sedona ligt middenin een prachtig gebied vol grillige rode rotsformaties. Een paradijs voor wandelaars, mountainbikers en fotografen. Daarnaast komen in Sedona meerdere vermeende aardlijnen samen, wat een bonte verzameling van hippie- en new age-achtige figuren aantrekt. Dit alles resulteert in een gezellig toeristisch dorpje met een bijzonder relaxte en alternatieve sfeer. Wij doen er vandaag echter alleen onze hoognodige boodschappen, en rijden snel door naar de camping in de prachtige Oak Creek Canyon, om voor het donker wordt onze tent op te zetten.
Na een koude nacht in de tent, lopen we de volgende ochtend de West Fork trail, door een zijtak van de canyon. De trail is niet moeilijk of zwaar maar kruist vele malen het riviertje dat door de canyon loopt. Zo vroeg in het jaar barst deze bij uit zijn voegen van het koude, snelstromende smeltwater waardoor doorwadingen niet mogelijk zijn. We moeten dus via geïmproviseerde bruggen van takken en boomstammen oversteken, wat niet altijd meevalt. Het uitzicht is onderin zo'n diepe kloof eigenlijk ook beperkt, en halvewege houden wij het dan ook voor gezien en keren om. Een lekker opwarmer maar nog niet het spectaculaire Sedona waar we ons op verheugd hadden. We besluiten wat door de omgeving rond te rijden en parkeren bij een willekeurig uitzichtpunt bovenop de rand van de canyon. We lopen een stukje de daar beginnende hiking trail op, en meteen worden we op de meest prachtige uitzichten getrakteerd. Bizarre rode rotsformaties in de verte, de kloof in de diepte, en direct om ons heen cactussen en andere woestijnplanten. Dat is al een stuk beter! Tevreden keren we terug naar de camping voor een onvervalst kampeermaal. 's Avonds wapenen we ons dit keer goed tegen de kou en stoken een goed kampvuur.
De volgende dag begeven we ons naar de Bike & Bean, een gecombineerde fiets- en koffieshop, waar ik een mountainbike gereserveerd heb. Met een handgetekend kaartje van de shop vertrek ik richting Cathedral Rock voor een prachtige rit. Steph maakt tegelijkertijd een wandeling rond de klokvormige Bell Rock. Het wordt een fantastische dag waarbij we ons allebij apart vergapen aan de geweldige uitzichten over dit bizarre landschap. De mountainbiketrail voert tot aan de voet van de indrukwekkende, schoortsteenachtige rotstorens bovenop Cathedral Rock. De trail is fantastisch en bevat alles wat mountainbiken mooi maakt. Terug bij de Bike & Bean wacht ik met een bakkie koffie op Steph, die even later ook dolenthousiast terugkeert. We sluiten de dag in stijl af door met de auto nog even de Red Rock Loop te rijden, een "scenic drive" met, jawel, uitzicht op de rode rotsen rondom.
Hoewel we nog wel langer in Sedona willen blijven, roept de volgende bestemming alweer. Dus pakken we 's morgens vroeg de tent in en gaan op weg naar de Grand Canyon. We verwachtten een saaie lange rit door een platte woestijn, niet is echter minder waar want de weg voert ons over een prachtig bebost hoogplateau, omringt door de besneeuwde toppen van de San Francisco Peaks. Na deze aangename verrassing rijden we inderdaad een meer woestijdachtig landschap in, en even later rijden we het Grand Canyon National Park binnen. De camping is snel gevonden en nog voor de middag begonnen is staat onze tent, en kunnen we de gratis shuttlebus pakken naar Mather Point, voor onze eerste glimp van de bekende Grote Kloof. Deze is indrukwekkend (en vooral groot), maar lang niet zo mooi als Sedona! Het felle licht zo midden op de dag doet de canyon geen recht. Beter wordt het later in de middag, als we ons op Hopi Point installeren voor de zonsondergang. Het warme licht van de lage zon licht de grillige vormen in de canyon prachtig rood uit. Een harde wind is inmiddels komen opzetten en als de zon onder is, vluchten we snel voor de kou en duiken een restaurent in. Zo midden in Grand Canyon Village verwacht je een veel te dure toeristenfuik, maar dat valt alles mee: het eten is lekker en niet duur, en we worden bijzonder vriendelijk geholpen. Met een volle maag duiken we even later de tent in voor de koudste nacht tot nu toe: we zijn hier ruim boven de tweeduizend meter en de temperatuur daalt tot twee graden onder nul! Brrr!
Zag de Grand Canyon en vanuit vogelperspectief indrukwekkend uit, de volgende dag krijgen we een close-up als we de South Kaibab Trail lopen. Via supersteile haarspeldbochten slingert dit pad langs de wand naar beneden de kloof in. Helemaal naar beneden is in één dag praktisch niet mogelijk (je moet namelijk ook weer omhoog!), maar je kunt een heel stuk afdalen naar verschillende uitzichtpunten. De rotsformaties die van bovenaf nog heel klein leken, blijken van dichtbij gigantisch groot, en langzaam dringt de schaal van dit natuurwonder tot ons door. Nadat we op het verste punt omdraaien, moeten we dat steile pad nu omhoog ploeteren. De zon schijnt inmiddels volop, en gecombineerd met de inspanning, lopen we al snel warm en kunnen strippen we de laagjes kleding één voor één af tot we in korte mouw lopen. De knieën krijgen het zwaar te voorduren tijdens de klim maar toch nog redelijk vlot staan we weer bovenop de rand van de canyon. Dit was de zwaarste hike van deze trip en hij zit erop!
Hoewel we de camping voor drie nachten gereserveerd hadden, hebben we inmiddels eigenlijk alles gezien wat we wilden zien, en aangezien het 's nachts wel érrug koud is, vertrekken we een dag eerder. We krijgen zowaar een refund voor de derde nacht, en zetten koers richting Page in het Navajo Reservaat. Voor we Page binnenrijden nemen we een kijkje bij Horseshoe Bend, waar de Colorado Rivier een mooie slinger maakt in de vorm van een hoefijzer. Van bovenaf heb je er prachtig uitzicht op. Het is opvallend rustig en er zijn geen hekken waardoor we op het gemak over de rode rotsen kunnen struinen en op onze buik liggend over de rand van de kloof kunnen kijken. Na 5 koude nachten in de tent nemen we in Page een hotelletje om even bij te komen, en de was te doen. Onder de geimproviseerde waslijn in onze kamer vallen we als een blok beton in slaap in onze grote hotelbedden.
Naast Horseshoe Bend is Page vooral bekend om nog een ander geologisch wonder: Antelope Canyon. Dit is een supernauwe kloof met de meest prachtige vormen, achtergelaten door miljoenen jaren van erosie. Je kunt er alleen met een georganiseerde toer in, dus worden we 's ochtends met een stel andere toeristen achterin een paar pickups geladen en naar de canyon gereden. Hier wordt de groep als een kudde vee de smalle canyon doorgejaagd, waarbij de gidsen in rap tempo aangeven waar je foto's van moet maken. Wij blijven een beetje achteraan slenteren, waardoor we zo nu en dan vrij baan hebben om op het gemak onze eigen foto's te maken. De kloof is een genot voor de ogen, de meest wilde vormen worden door het schaars invallende licht in duizend verschillende tinten rood uitgelicht. We weten niet meer waar we foto's van moeten maken: waar je ook kijkt, je ziet steeds een ander kunstwerk.
Na dit zoveelste natuurwonder, zetten we koers naar het volgende: Monument Valley. Bekend als achtergronddecor van vele westernfilms, en inmiddels een National Monument beheerd door de Navajo Tribe. Vanaf de highway doemen de karakteristieke rotsformaties al op aan de horizon. Eenmaal in het park, rijden we de onverharde weg tussen de rotsen door. Ook hier weer prachtige plaatjes waar je ook kijkt, en je verwacht eigenlijk op elk moment dat John Wayne op zijn paard achter zo'n rots vandaan komt rijden. Helaas trekt de lucht dicht en is het warme avondlicht voor de mooiste foto's ons niet gegund. We besluiten daarom maar om de dag vervroegd af te sluiten en opnieuw een hotelletje te zoeken om wat uit te rusten, en de invulling van de resterende dagen van de trip te bepalen.
We hebben nog wat dagen "over" en eigenlijk weten we al wat we daarmee willen doen. In het oosten, op de grens met New Mexico, ligt Canyon de Chelly, een flink eind omrijden maar naar verluid de moeite waard. We zetten de volgende ochtend koers en sneller dan verwacht rijden we het park binnen. Na onze tent te hebben opgezet op de gratis camping, rijden we naar de trailhead voor de White House Trail. Dit pad leidt vanaf de rand omlaag de kloof in naar de White House Ruins, de overblijfselen van een eeuwenoude in de rotswand uitgehouwen nederzetting. De kloof zelf wordt tot op de dag van vandaag nog bewoond door de lokale Navajobevolking. De hike overtreft alle verwachtingen. Hoewel het pad veel korter, en minder steil is dan de South Kaibab Trail in de Grand Canyon, is de omgeving hier veel gevarieerder: van grillige rotspunten tot supergladde glooiende "slickrock", onze ogen weten opnieuw niet waar ze moeten kijken. Eenmaal beneden is de ruïne inderdaad mooi om te zien maar wij zijn toch meer onder de indruk van de overweldigende natuur. Tijdens de klim terug naar boven genieten we voor de tweede keer van al die bizarre vormen en lijnen in de rotsen. En we hebben al deze natuurpracht bijna voor onszelf want we komen slechts een handjevol andere toeristen tegen.
Na met de auto nog wat uitzichtpunten langs de South Rim te hebben bekeken, nestelen we ons op de camping. Het weer is inmiddels lekker en veel minder koud, helaas steekt er echter een woestijnstorm op. We zien de stofwolk in de verte al aankomen en al snel waaien we bijna ons hemd uit. Binnen no time dringt de stofwolk ook de tent binnen en liggen onze slaapzakken onder een dijk zand. We zitten de storm uit en gelukkig gaat de wind 's avonds weer liggen. Ondertussen verbazen we ons over wat voor volk deze gratis camping aantrekt: naast een handjevol toeristen, is het een komen en gaan van locals die het sanitair gebruiken, de camping rondrijden, ergens parkeren, en zonder de auto te verlaten, een uur later weer vertrekken. Vreemd. We slapen echter als een roos want voor het eerst is het 's nachts niet steenkoud. Ook wel eens lekker!
De vakantie loopt nu rap ten einde en we zetten koers terug richting Phoenix. Daar is inmiddels een hittegolf bezig en in korte broek zetten we de tent op in Cottonwood. Het is een prachtige camping in het Dead Horse Ranch State Park, en we kunnen voor het eerst 's avonds lekker buiten zitten met een biertje, zonder onderkoeld te raken. De vakantiestemming bereikt een hoogtepunt maar het zit er nu echt op: de volgende dag rijden we rustig naar Phoenix, waar we na nog een nachtje in een motel, 's morgens vroeg weer op het vliegtuig stappen naar Montreal, waar de winter nu hopelijk echt voorbij is.
vrijdag 18 februari 2011
Ottawa
Na Quebec City en Brussel in de afgelopen twee jaar, ging ons jaarlijkse winteruitstapje dit keer naar Ottawa, de hoofdstad van Canada. Zaterdagochtend vroeg zijn we in Montreal op de trein gestapt, voor de twee uur durende reis. Het treinstation in Ottawa ligt nogal buiten het centrum, wat een uitdagende wandeling door een dichtgesneeuwd park opleverde. Glibberend bereikten we toch snel de binnenstad, waar we direct tegen dé winterattractie van Ottawa aanliepen: het Rideaukanaal. Dit kanaal wordt 's winters getransformeerd tot "de grootste schaatsbaan ter wereld" (waarschijnlijk bedoelt men met de wereld "Canada"). Honderden mensen binden hier de schaatsen onder voor een ritje in een bijzonder sfeervol decor, met de indrukwekkende parlementsgebouwen op de achtergrond.
In het naastgelegen park bleek ook net het Winterludefestival aan de gang te zijn, een festival met vermaak voor de hele familie. Onder het genot van een traditionele "beaver tail" (een soort gefrituurde pannenkoek met veel suiker en kaneel) hebben we de uitgestalde ijssculpturen bewonderd. Stephs dag kon niet meer stuk toen ze ook nog met de Winterludemascotte op de foto mocht!
Door de inmiddels ingezette sneeuwbui hebben we onze weg vervolgd naar het parlementsgebouw, dat prachtig gelegen is bovenop een rots aan de Ottawarivier. Voor de ingang trotseerde een handjevol Soedanezen de bittere kou om voor vrede in hun land te protesteren. Bovenin de toren, die duidelijk op de Engelse Big Ben is geïnspireerd, hadden we een prachtig uitzicht op Ottawa, en het aan de andere rivieroever gelegen Gatineau.
Eenmaal buiten waren we de kou wel even zat en hebben we koers gezet naar onze bed & breakfast. Deze lag gelukkig op loopafstand en was snel gevonden. Het plan was om hier even een pauze in te lassen om lekker op te warmen, maar dit lukte maar ten dele aangezien er op onze kamer geen verwarming aanwezig was!
Aan het eind van de middag zijn we weer op pad gegaan richting de Byward Market, zeg maar de toeristenfuik van Ottawa, op zoek naar een leuk restaurantje. Inmiddels was er echter een nare koude wind op komen zetten die het er, gecombineerd met de nog altijd vallende sneeuw, niet aangenamer op maakte. De Byward Market viel eigenlijk ook erg tegen, waardoor we al snel het overdekte (en dus warme) winkelcentrum in doken. Hier liepen we tegen een gezellig uitziende pub aan, waar we maar meteen naar binnen zijn gegaan voor een lekkere pint bier en een stevige maaltijd. Na afloop nog even teruggeweest naar de Winterlude waar de sculpturen nu mooi verlicht waren, en een DJ in een verwarmde opblaasbol het geheel van een muzikale omlijsting voorzag.
De volgende morgen zijn we, na een super-de-luxe ontbijt in de B&B, de brug over de rivier overgestoken naar Gatineau. Hier hebben we het Canadese Museum van Volkenkunde bezocht. Hier had ik al veel goede berichten over gehoord, maar het overtrof eigenlijk toch nog alle verwachtingen. Een heerlijk ruim opgezet museum, met een prachtige collectie totempalen en andere objecten van de oorspronkelijke bewoners van Canada. Erg sfeervol ingericht allemaal en natuurlijk ook erg mooi en interessant. Ongemerkt hebben we hier zo'n drie uur rondgescharreld!
Na een lunch met uitzicht over de rivier en het parlement, zijn we nog een keer bij de Winterlude gaan kijken, waar net de finale van de ijssculpturenwedstrijd bezig was. Ontzettend leuk om de drie finalisten live op het podium met kettingzaag en dremel los te zien gaan op een blok massief ijs, en daar dan een prachtig kunstwerk uit te voorschijn te zien komen.
Zo ging de dag weer rap voorbij en zijn we via de supermarkt om wat te eten voor onderweg te kopen, weer naar het station gegaan, dit keer maar met de bus. De treinreis verliep weer zeer relaxed en voor we het wisten waren we weer terug in Montreal.
maandag 31 januari 2011
Winter in Montreal
Om heel eerlijk te zijn, zag ik er nogal tegenop: de winter in Montréal. Temperaturen van 20 graden onder nul zijn hier geen uitzondering. Ik vind 10 bóven nul al koud! En dan al die sneeuw. Er valt maar zo maar een halve meter van dat spul. Fietsen kun je wel vergeten. Iedereen die mij een beetje kent, weet dat dat laatste nog wel het ergste is dat je mij kunt aandoen! De enige mogelijkheid om zo'n extreme winter te overleven, is het als een uitdaging te zien! Gewapend met een nieuwe, extra warme wintergarderobe, en een flinke dosis positivisme, maakte ik me op voor wat komen ging.
Aanvankelijk liet de winter nog even op zich wachten. Net als vorig jaar, hadden we een prachtig najaar met veel mooi weer. Half november heb ik zelfs nog een keer in korte broek kunnen mountainbiken, onder een heerlijk winterzonnetje. Maar begin december was het dan zo ver: vrij onverwachts, diende de eerste sneeuwstorm van het seizoen zich aan. Halverwege de dag begon het te sneeuwen, en tegen de tijd dat ik 's avonds van m'n kantoor naar huis liep, lag er 30 cm. De winter was begonnen!
De dagen daarna maakte ik kennis met de praktische gevolgen van zo'n sneeuwrijke winter. Zo moet je iedere keer als je de deur uitgaan, al is het maar om de vuilniszak aan de straat te zetten, je schoenen aandoen, je warm aankleden, en de trap voor het huis sneeuwvrij maken. Als je ergens naar binnen gaat, moet je overal en altijd je schoenen uitdoen. Op kantoor hebben de meeste mensen een apart paar schoenen staan voor binnen. En de kapper heeft een mand met sloffen voor de klanten. Als je een auto hebt, en geen garage of carport, ben je helemaal de klos. Na een sneeuwstorm, sta je dan minstens 20 minuten de sneeuw op en rond je auto weg te scheppen.
Aan de andere kant, is alles hier wel goed voorbereid op de winter. Komt in Nederland alles bij de eerste millimeter sneeuw piepend en knarsend tot stilstand, hier in Montréal worden de wegen en trottoirs efficiënt sneeuwvrij gehouden, blijft openbaar vervoer gewoon functioneren, en gaat het leven gewoon door. Kort na de eerste sneeuwstorm, moest ik voor werk naar Detroit. Met de ervaringen in Nederland in het achterhoofd, vertrok ik voor de zekerheid maar extra vroeg naar het vliegveld. Het was niet nodig geweest. De taxi kon gewoon doorrijden naar het vliegveld: de wegen waren al sneeuwvrij en er was geen file te bekennen. Ook het vliegtuig vertrok gewoon op tijd. Zo kan het dus ook.
Daarnaast bleef de thermometer meestal bij de -10°C steken, en dat is, zolang er maar geen wind is, eigenlijk best goed te doen. De lucht vriest droog, en mits warm aangekleed, is dat aangenamer dan de kille vochtige lucht rond het vriespunt. Mijn dagelijkse wandeling naar kantoor was dan ook prima te doen. Zo nu en dan is er een 'koudegolf' en daalt het kwik beneden de -20 (koudste dag tot nu toe: -27°C!), maar dat duurt meestal niet veel langer dan een paar dagen.
Kortom, het viel allemaal nogal mee. Daarnaast heb ik het advies ter harte genomen, dat ik van veel Montrealers gekregen had: ga wintersporten! Als je van wintersport houdt, dan is de winter goed uit te houden. Als echte Nederlander ben ik natuurlijk begonnen met schaatsen! Maar ik ben ook voor het eerst van mijn leven de skipiste op gegaan, om te leren snowboarden. Ik ben inmiddels zelfs al een tweede keer geweest en het begint al ergens op te lijken! Ook langlaufen heb ik uitgeprobeerd, en aangezien dat gewoon hier midden in de stad in het Parc Mont Royal kan, ga ik dat zeker vaker doen.
Zo is het ondertussen alweer eind januari, en vliegt de winter tot nu toe dus redelijk probleemloos voorbij. Februari staat echter voor de deur, en dat is volgens de lokale bevolking de moeilijkste maand. Dan komen vaak de koudste dagen, net wanneer je de winter echt zat begint te worden. We zullen zien. Ik behelp met tijdens de koude dagen met plannen maken voor het voorjaar en de zomer!
Abonneren op:
Posts (Atom)